====== Over ds. Hoorn ====== GLIGHTBOX Ds. Johannes Hoorn (1949-2013) werd na zijn opleiding aan de Theologische Hogeschool te Kampen in 1974 bevestigd als herder en leraar van de [[https://gkgrootegast.nl|Gereformeerde Kerk te Grootegast]] (vrijgemaakt). Hij wist zich van harte gebonden aan de Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenis. Reeds de titels van zijn brochures spreken wat dat betreft boekdelen: ds. Hoorn bracht [[brochures:1983_geen-ander-evangelie_onderwijs-in-de-gereformeerde-kerkbode-over-de-kerk-getoetst-en-afgewezen|geen ander evangelie]] dan [[brochures:1998-04-28_het-eeuwig-evangelie-van-de-zoon_tegenover-de-theologie-van-professor-j-van-bruggen-en-haar-lichtvaardige-exegese-van-het-woord_een-pleidooi-voor-het-christelijk-geloof|het eeuwig evangelie van de Zoon]], die Zich [[brochures:1984_een-enige-kerk_de-troost-van-de-ware-gelovigen|een enige kerk]] vergadert tot [[brochures:1984_een-enige-kerk_de-troost-van-de-ware-gelovigen|troost van de ware gelovigen]]. Ds. Hoorn heeft [[brochures:1984_de-troost-der-kerk-beleden_antwoord-aan-ds-hj-boiten|de troost der kerk beleden]] en verdedigd door uit te komen voor het [[brochures:1992-11_uitgesproken-geloof_een-pleidooi-in-vraag-en-antwoordvorm-voor-de-gereformeerde-katholieke-leer-over-de-kerk|uitgesproken geloof]] van de kerk. Hij wilde geen [[brochures:1988_evangelie-zonder-evangelie_een-bespreking-van-het-onderdeel-inlijving-en-inlijving-van-het-spakenburgse-rapport|evangelie zonder evangelie]], gestoeld op meningen van mensen. Want in de kerk gaat het uitsluitend [[brochures:1986-12-22_om-het-uitgedrukte-woord-van-god_om-het-tenzij-van-artikel-31-ko|om het uitgedrukte Woord van God]]. Steeds weer moeten wij [[brochures:1985_terug-naar-het-begin_over-artikel-29-van-de-nederlandse-geloofsbelijdenis|terug naar het begin]], terug naar wat [[artikelen:1981_wij-geloven-en-belijden_over-de-ngb-en-artikel-1|wij geloven en belijden]] overeenkomstig dat Woord. {{ :ds._j._hoorn.jpg?direct&300}}Alles wat daarbovenuit gaat, is uit den boze. Binding aan menselijke meningen betekent loslating van de christelijke leer als het enige fundament van de kerk. Helaas maakten de ‘vrijgemaakte’ kerken zich hieraan schuldig, door vanaf 1984 te binden aan wat //niet// geschreven staat en te verketteren wat //niet// strijdt met wat geschreven staat. De Generale Synode van Heemse 1984-1985 veroordeelde het gevoelen van ds. Hoorn inzake artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis als in strijd met Schrift en belijdenis, ondanks nadrukkelijke betuigingen zijnerzijds als:((Gedeelte van de verklaring die ds. Hoorn aflegde in de kerkeraadsvergadering van 14-12-1983, naar aanleiding van het kerkenraadsbesluit om van ds. Hoorn een verklaring van gevoelen te eisen inzake artikel 28 N.G.B. Overgenomen uit: J. Klok & H.T. Noordhof, [[https://dsjhoorn.nl/web/viewer.html?file=https://reformata.nl/Theologie/Kerkgeschiedenis/Rondom%201986/Klok,%20J.%20%26%20Noordhof,%20H.T.%20-%20Rondom%20de%20schorsing%20van%20onze%20herder%20en%20leraar.%20Handelingen%20van%20kerkeraad%20en%20classis%20in%20strijd%20met%20het%20W...%20(1984).pdf|Rondom de schorsing van onze herder en leraar (1984)]], blz. 92.)) > Sedert ik op 11 maart 1974 mijn handtekening onder het ondertekeningsformulier zette, ben ik slechts bevestigd en versterkt in de hartelijke overtuiging dat heel de gereformeerde belijdenis in alle delen geheel met Gods Woord overeenstemt. Dat is derhalve ook mijn gevoelen en geloven inzake artikel 28 N.G.B. Evenals aan de overige stukken der gereformeerde leer, acht ik mij ook aan wat in dit artikel //staat geschreven// volledig gebonden. Al zijn preken en geschriften getuigen ervan dat ds. Hoorn, als //verbi divini minister//, de gereformeerde belijdenis overeenkomstig het goddelijke Woord uitlegde en verdedigde; dat hij niet als een verscheurende wolf de schaapskooi van Christus binnendrong, maar als een getrouw herder de hem toevertrouwde kudde weidde met de staf van Gods Woord. En dat niet uit eigen kracht, maar door Gods genade. De meeste geschriften van zijn hand handelen over de christelijke leer inzake de kerk. Niet omdat dit leerstuk belangrijker zou zijn dan andere leerstukken, maar omdat het op classicaal en later synodaal niveau werd vervangen door gangbare meningen van mensen. Men leerde //tweeërlei// kerk en //tweeërlei// ambt aller gelovigen, terwijl Schrift en belijdenis //eenvoudig// spreken van een //enige// kerk en van het //ene// ambt aller gelovigen. Men sprak van gelovigen //buiten// de kerk die nog kerklid moeten //worden//, terwijl Schrift en belijdenis leren dat alle gelovigen levend kerklid //zijn// (HC 54, DL V,9). Ds. Hoorn wist zich dan ook geroepen deze misvattingen te bestrijden. Om die strijd is hij geschorst en afgezet als predikant. Om die strijd ook werden zijn medestrijders van de heilige sacramenten afgehouden. De gelovigen te Grootegast werden door hun kerkeraad gedwongen de synodale leer aan te nemen op straffe van tuchtmaatregelen, die neerkomen op uitsluiting uit het koninkrijk der hemelen. Daarom verklaarden zij zich “van deze kerkeraad en die hem volgen af te scheiden en daarmee geen gemeenschap te oefenen” en zich “te houden aan de op Gods onfeilbaar Woord gegronde gereformeerde leer en kerkorde, daarmee zoekend en bewarend de gemeenschap van alle ware gelovigen en van elke vergadering, die zich grondt op alleen deze leer en kerkorde”.((Uit de [[https://dsjhoorn.nl/web/viewer.html?file=https://reformata.nl/Theologie/Kerkgeschiedenis/Rondom%201986/Akte%20van%20Afscheiding%20of%20Wederkeer%20van%20de%20Gereformeerde%20Kerk%20te%20Grootegast%20Anno%20Domini%201986.pdf|Akte van Afscheiding of Wederkeer van de Gereformeerde Kerk te Grootegast anno Domini 1986]].)) Ds. Hoorn diende de Gereformeerde Kerk te Grootegast tot aan zijn overlijden.