====== Pistos ho logos (2000) ====== //Uit: Clavis, jrg. 38, maart 2000// Zowel op de bijbelstudievereniging als op de oudere jeugdvereniging is op dit moment Paulus’ eerste brief aan Timotheüs onderwerp van behandeling. In de grondtaal van deze brief komen we tot driemaal toe de hierboven staande woorden tegen. Ook komen dezelfde woorden een keer voor in Paulus’ tweede brief aan Timotheüs en een keer in zijn brief aan Titus. Overigens komen deze woorden zo niet voor in het Nieuwe Testament. Het betreft hier dus een uitdrukking die we alleen tegenkomen in de zogeheten Pastorale brieven, waarbij het gaat om de volgende vijf plaatsen: 1 Timoteüs 1:15, 3:1 en 4:9, 2 Timoteüs 2:11 en Titus 3:8.\\ In twee gevallen, namelijk in 1 Tim. 1:15 en 4:9 krijgen de onderhavige woorden nog een uitbreiding, die zowel in de Statenvertaling als in de Nieuwe Vertaling wordt weergegeven met ‘en alle aanneming waard(ig)’. En die vertaling is juist. Maat wat betekenen nu de (begin)woorden //Pistos ho logos//? De Statenvertaling vertaalt in alle vijf gevallen consequent met: Dit is een getrouw woord. En de nieuwe vertaling doet zakelijk hetzelfde, maar dan met één uitzondering. Want daar ziet de vertaling er als volgt uit: 1 Timoteüs 1:15 Dit is een getrouw woord (en alle aanneming waard).\\ 1 Timoteüs 3:1 Dit is een betrouwbaar woord.\\ 1 Timoteüs 4:9 Dit is een betrouwbaar woord (en alle aanneming waard).\\ 2 Timoteüs 2:11 Het woord is betrouwbaar.\\ Titus 3:8 Dit is een getrouw woord. Nu is niet duidelijk waarom de Nieuwe Vertaling in vier van de vijf keer vertaalt met //‘Dit// is een getrouw woord’ en één keer met //‘Het// woord is betrouwbaar’. Intussen is wel duidelijk dat wanneer men vertaalt ‘Dit is een getrouw woord’, men deze woorden van de apostel opvat als een bevestiging van de waarheid //van wat hij (net) tevoren heeft gezegd of van wat hij (direct) daarna gaat zeggen.// Zo is bijvoorbeeld Calvijn van mening dat de woorden in 1 Tim. 3:1 betrekking hebben op wat volgt, terwijl zij in 1 Tim. 4:9 terugslaan op het voorafgaande. Want zijn verklaring van eerstgenoemde tekst begint hij als volgt:\\ > “Dit is een zeker woord. Dat Chrysostomus meent, dat dit een besluit der voorgaande leer is, behaagt mij niet. Want Paulus pleegt deze wijze van spreken meer te gebruiken in het begin eener stof. Bovendien was daar zulke groote betuiging niet nodig. Maar wat hij nu zeggen zal, is wat gewichtiger.”\\ En vervolgens schrijft Calvijn bij 1 Tim. 4:9: “Het is een zeker woord. Nu stelt hij tot //een slot der rede,// wat hij tevoren //in het begin// tweemaal gezegd heeft.” Waarbij Calvijn met dit “tweemaal” uiteraard doelt op de beide voorafgaande gevallen in 1 Tim. 1:15 en 3:1. Nu is het ongetwijfeld waar dat hetgeen de apostel hier tot vijf keer toe schrijft in zijn drie pastorale brieven niet zo maar uit de lucht komt vallen zonder enig verband met wat volgt of voorafgaat. Maar daarom is het nog wel de vraag wat Paulus hier precies zegt. Dat is anders gevraagd: wat hij hier nu wel en niet laat domineren en zonder meer betrouwbaar verklaart. En dan denk ik dat we niet moeten zeggen: dat is //dit// woord (hetzij betrekking hebbend op wat voorafgaat hetzij op wat volgt of ook op beide), maar dat is eenvoudig: //het woord.// In elk geval moeten we vaststellen dat dat er in de grondtekst staat. De apostel gebruikt hier geen aanwijzend voornaamwoord (die/deze of dit/dat), maar gewoon het lidwoord. Woordelijk vertaald schrijft hij: Betrouwbaar (is) het woord. Precies zoals hij bijvoorbeeld in zijn tweede brief aan Timotheüs schrijft: Verkondig //het woord// (~2 Timoteüs 4:2). Waarmee dan wordt bedoeld het woord des Evangelies, dat is het woord van God (zie bijvoorbeeld 1 Tim. 4:5 en Titus 2:5), ook wel genoemd het woord der waarheid (zie 2 Tim. 2:15). Het is het woord, dat zich ook eenvoudig laat aanduiden als //het Woord.// Daarvan verklaart de apostel hier tot vijf keer toe dat het betrouwbaar is (en alle aanneming waard). En de apostel doet dat niet zonder dat hij daarbij de eerste keer ook duidelijk aangeeft hoe en waarin de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van het Woord schitteren, namelijk dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om zondaren zalig te maken (1 Tim. 1:15).\\ Evenals Paulus waren ook Timotheüs en Titus geroepen om te staan in de dienst van dit reddende evangelie van God, een dienst waarin de apostel deze twee dienaren leert en onderwijst, zulks tot de goede verzorging en regering van de gemeenten die aan hun zorg waren toevertrouwd. Eén ding kunnen en moeten zij zich daarbij aantrekken tot hun bemoediging – en die bemoediging blijft de eeuwen door van kracht: //betrouwbaar is het Woord//. Het geloof in God en de arbeid ten dienste van dit geloof staan op vaste grond, op de vaste grond van het Woord, dat betrouwbaar is en volkomen geloofwaardig.