====== 29 november - Jeremia 31:15 ====== //Lezen:// Jeremia 31:1-17 & Matteüs 2:16-18 > “Zo zegt de Here: Hoor, te Rama klinkt een klacht, bitter geween: Rachel weent om haar kinderen, zij weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is.” Israël is vergeten, dat het zijn bestaan enkel te danken heeft aan de belofte van de komende Messias. Het is gaan roemen in eigen vlees en meent zich door de kracht van dat vlees staande te moeten houden. Zo wordt Israël een vleselijk volk en daarmee een gevaar voor de vervulling van de Messiaanse belofte. Vandaar de straf der ballingschap, opdat er bekering komt en Israël zo opnieuw kan meewerken aan de vervulling van de belofte. Vandaar nu ook, dat Jeremia nog voordat de ballingschap is begonnen, kan en moet profeteren van herstel. Er is toekomst ondanks, of eigenlijk: dankzij de ballingschap. In het aangezicht van de ballingschap is er dus troost voor Israël, niet vanwege de kracht van het vlees, maar vanwege Gods belofte. Maar zie, die enige troost weigert Israël op dat moment te aanvaarden. Want, zo zegt de Heere: hoor, te Rama klinkt een klacht, bitter geween. Rachel weigert zich te laten troosten over haar kinderen, omdat er geen meer is. Rama, dat is de plaats van waaruit Israël straks met zijn kinderen zal worden weggevoerd door de wrede vijand. Welnu, daar zal Israël straks wenen. Want Israël is geworden als zijn stammoeder Rachel, de vrouw, die het in haar kinderen niet te doen was om de vervulling van de belofte, maar om eigen eer. Vandaar haar bittere klacht toen zij bij de geboorte van hun tweede zoon stierf. Welnu, Israël is als Rachel. Dit volk heeft geen oog voor de belofte en wil zich niet dienstbaar stellen aan de vervulling daarvan. Het roemt in eigen vlees. Dus zal dit volk elke troost weigeren als het straks in zijn kinderen aangetast wordt. Deze profetie van troostweigering is tot zijn volle vervulling gekomen in Israëls vleselijke reactie op Herodes’ kindermoord te Bethlehem. Op het moment, waarop Gods belofte was vervuld in de geboorte van de Messias en Israël zijn dienst naar het vlees aldus volbracht had, wist dit volk alleen maar te wenen. Zo bleef er voor dit volk geen troost over, omdat het zelf de troost van Gods vervulde belofte verwierp. //Zingen:// _Psalm 95:7