====== 30 november - Jeremia 31:34a ====== //Lezen:// Exodus 33:12-34:9 & Jeremia 31:31-34 > “Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en hun zonden niet meer gedenken.” Een nieuw verbond zal de Heere met Zijn volk sluiten. Het wordt weer goed tussen de Heere en Zijn kinderen. “Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.” Maar hoe is dat mogelijk voor een volk, dat van zichzelf dood is in zonde en ongerechtigheid? Nu, onze tekst geeft het antwoord. De Heere is die God, Die de ongerechtigheid van Zijn volk vergeeft en hun zonde niet meer gedenkt. Vergeven, dat is wegdoen, wegdragen, niet in rekening brengen. Zie, zo is Jahwe, de God van het verbond. Zijn verbond met Zijn volk vindt zijn grond in Zijn schuldvergevende genade. Barmhartig en genadig is de Heere, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij is de Heere, Die aan duizenden de ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft (Exodus 34:7). Wat een onvoorstelbaar rijk evangelie. Dat wij de Heere zo mogen kennen, als de vergevende God van Israël! En zo maakt de Heere zich niet alleen in onze tekst bekend, maar in heel de bijbel! In de Wet en de Profeten en de Psalmen, in de evangeliën en de zendbrieven. Telkens weer klinkt daar de ontroerend blijde boodschap, dat de Heere zondaren vergeving aanbiedt. Is het een wonder, dat de Kerk deze verbondsweldaad elke zondag met evenzovele woorden belijdt? En wie zal zich over die weldaad niet eeuwig verblijden? Want wie van ons is er zonder zonde? Wie van ons loopt de wegen van de Heere onberispelijk? Nee, niemand. Telkens weer vallen wij. Maar evenzovele keren is daar ook Gods bevrijdende vergeving. Om Christus’ wil vergeeft God de zonden van Zijn volk, en er is voor niemand onzer reden daaraan te twijfelen. In het bloed van Christus ligt vast, dat ieder die de Naam des Heeren aanroept, behouden zal worden. Laat dit evangelie, dat voor het ongeloof een aanstoot en ergernis is, omdat //al// onze eigen zekerheden hier aan de kant moeten, uw enige troost zijn. U hebt in Christus vaste grond om op te staan, te leven en te werken. //Zingen:// _Psalm 103:6