“Het woord des Heren nu kwam tot mij: Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld.”
Jeremia is de juiste man op de juiste plaats. Menselijk gezien is er veel, dat pleit tegen zijn roeping. De Heere echter laat Zich niet leiden door menselijke overwegingen, maar Hij gaat Zijn goddelijke gang in de roeping van Zijn ambtsdragers. Van die goddelijke gang horen wij meer in onze tekst, waar de Heere zegt: „Eer Ik u vormde in de moederschoot, Jeremia, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd.” Wat een geweldige en troostvolle werkelijkheid voor de profeet! Hij mag en moet weten, dat zijn roeping maar niet een toevallig iets is, maar dat achter die roeping Gods raad en plan staan. Zijn roeping is van Gods kant geen experiment, niet het aangrijpen van een kans, geen zwakke poging, die mogelijk zal mislukken. Nee, hier vindt alles plaats naar Gods gemaakt bestek. Jeremia’s roeping is uitwerking van Gods verkiezing van eeuwigheid. Vandaar dat de Heere nu ook kan zeggen: „tot een profeet voor de volken heb Ik u gesteld.” Niet: stel Ik u, maar: Ik heb u gesteld. Voltooide tijd! Want de Heere had hem reeds lang tot deze dienst uitverkoren.
Zo is Jeremia dan van nu af aan profeet des Heeren, daartoe van Godswege uitverkoren. Die uitverkiezing maakt Jeremia niet lijdelijk, maar actief, paraat. Want Gods verkiezing is altijd verkiezing tot dienst en Gods heiliging is altijd heiliging tot het ambt. Dat geldt ook vandaag voor ons, van wie bij de doop reeds is gezegd, dat wij in Christus zijn geheiligd, in Christus’ gemeenschap voorbestemd en afgezonderd tot de dienst aan God! Achter onze ontvangenis en geboorte ligt onze goddelijke heiliging tot het ambt. Dat ambt is daarom allesbeheersend voor ons leven. Zullen wij dat bedenken op deze dag? Wij zijn hier enkel om Gods ambtsdragers te zijn. En wij behoeven ons profetisch ambt niet te bedienen als een waagstuk, maar mogen het vervullen naar de vaste lijnen van Gods gemaakt bestek.
Die wetenschap geeft troost en maakt getrouw!