12 november - Jeremia 2:14

Lezen: Galaten 4:21-5:121 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet? 22 Er staat immers geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. 23 Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte. 24 Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen: de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar. 25 Het (woord) Hagar betekent de berg Sinai in Arabië. Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. 26 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij; en dat is onze moeder. 27 Want er staat geschreven: Verheug u, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij die geen weeën kent; want talrijker zijn de kinderen der eenzame dan van haar, die een man heeft. 28 En gij, broeders, zijt, evenals Isaak, kinderen der belofte. 29 Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu. 30 Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije. 31 Daarom, broeders, zijn wij geen kinderen ener slavin, maar van de vrije. 1 Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.

“Is Israël een slaaf of een onvrij geborene? Waarom is het dan tot buit geworden?”

Ja, het lijkt er veel op, dat Israël een slaaf is, iemand, die zijn vrijheid is kwijtgeraakt. Of, wat nog erger is, dat Israël een onvrij geborene is, iemand, die bij voorbaat al gedoemd is een slavenbestaan te lijden en zonder dat ooit te boven te komen. Letterlijk staat er: in het huis geboren. Bedoeld wordt: in het huis van een ander om die te dienen. Ja, het lijkt er veel op, dat zo’n droevig lot dit volk is beschoren. Want Israël is het slachtoffer geworden van de grote wereldrijken, een speelbal in handen van de grootmachten. Nu eens moet het Egypte om hulp smeken, wil het zijn vrijheid behouden tegenover Assyrië en dan weer andersom. Zo is dit volk van anderen afhankelijk. En uiteindelijk verliest het zijn zelfstandigheid helemaal. Het Tienstammenrijk was al weggevoerd in ballingschap en eigenlijk was het met het Tweestammenrijk al net zo gesteld. Ja, als men ziet hoe dit volk beroofd en geroofd is geworden, dan moet men haast wel tot de conclusie komen, dat het een geboren slaaf is. Waarom zou het anders tot buit zijn geworden van vreemde overheersers? En toch, Israël was geen slaaf, geen onvrij geborene. Integendeel, Israël was kind van de Heere. Dat was zijn positie. Als zoon van God was het uit Egypte geroepen en dat betekende de garantie van vrijheid, bescherming, onafhankelijkheid. Maar hoe kon het dan tot buit worden? Omdat Israël zelf niet langer de ware vrijheid wilde. Het verkoos de slavernij, de slavernij van de zonde. Daarom werd dit volk geknecht door vreemde overheersers.

Als je de geschiedenis van de christelijke Kerk overziet, zou je haast denken dat ook zij een onvrij geborene is. Zij kwam te liggen onder het juk van Judaïsme en roomse hiërarchie, onder het hervormde juk en het synodocratische.

Staat dan in de vrijheid, waarmee Christus u heeft vrijgemaakt en laat u niet weer een slavenjuk opleggen!

Zingen: Psalm 44:66 Gij doet ons bevend rugwaarts wijken,
En steeds voor d' overmacht bezwijken
Van haat'ren, die ons goed en bloed
Vast roven in hun euvelmoed.
Gelijk de schapen, die men slacht,
Hebt G' ons aan hen tot spijs gegeven;
Ons onder 't heidendom gebracht,
Waar wij verstrooid, vol kommer, leven.