“En Ik zal u herders naar mijn hart geven, die u zullen weiden met kennis en verstand.”
De Heere zal Zijn naar Sion teruggebrachte volk ook beschermen en onderhouden. Daartoe zal Hij herders geven naar Zijn hart. Die belofte geeft hoop voor de toekomst. Waren het niet juist de herders geweest, die de schapen in het verderf hadden gestort? De profeten, de priesters en de koningen? Zij waren geroepen hun leven in te zetten voor de schapen, maar in plaats daarvan hadden zij het leven van de schapen opgeofferd aan hun eigen wijsheid. Zij waren het volk voorgegaan in de dienst aan de Baäl. De valse profetie vierde hoogtij. Hoop op vrede werd er verkondigd, terwijl er geen vrede was. Zo werden de schapen misleid en naar de afgrond gevoerd. De profeet Ezechiël laat ons zien, hoe droevig het er in dezen voorstaat met Israëls geroepen ambtsdragers. En hoe toornt de Heere ook door Zijn profeet Jeremia tegen alle ambtsverzuim en alle machtsmisbruik van Israëls leidslieden! Maar nu, de Heere belooft herders naar Zijn hart. Herders, die hart hebben voor de schapen, zoals God Zelf hart heeft voor Zijn schapen. Zo zien wij hier verrijzen het beeld van Jezus Christus, de Goede Herder, Die Zijn leven gaf voor de schapen. Ja, Hij werd in de nacht van Zijn lijden geslagen en de schapen werden verstrooid. Maar na Zijn opstanding gaat Hij als een herder zijn discipelen voor naar Galilea, en Hij geeft als de Opgestane Zijn Kerk herders en leraars. Hij stuurt Zijn dienstknechten onder andere naar het gebied van de zeven gemeenten in Klein-Azië, waarheen vele Joden verstrooid waren. En zo brengt Hij door hun dienst afkerige kinderen terug in Sion, waar zij leven en overvloed ontvangen, de overvloed van het eenmaal volbrachte werk op Golgotha. Vanwege dat Offer geldt de belofte van goede herders ook vandaag. Nee, die belofte geldt niet onvoorwaardelijk. Zij geldt niet de Kerk, die niet wil leven onder de alleenheerschappij van het Woord des levens. Dan geldt: zo volk, zo herders! Zij geldt wel de Kerk, wier hele leven openstaat voor Christus en wier hart vervuld is van liefde tot Hem.