Ds. J. Hoorn

verzamelde werken


brochures:1987-04_om-recht-en-waarheid_een-beoordeling-van-de-handelingen-van-de-generale-synode-van-heemse-1984-1985-tegen-de-gemeente-van-christus

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Volgende revisie
Vorige revisie
brochures:1987-04_om-recht-en-waarheid_een-beoordeling-van-de-handelingen-van-de-generale-synode-van-heemse-1984-1985-tegen-de-gemeente-van-christus [12-07-2024 om 16.25 uur] – aangemaakt - Externe bewerking 127.0.0.1brochures:1987-04_om-recht-en-waarheid_een-beoordeling-van-de-handelingen-van-de-generale-synode-van-heemse-1984-1985-tegen-de-gemeente-van-christus [12-07-2024 om 16.54 uur] (huidige) – Externe bewerking 127.0.0.1
Regel 1: Regel 1:
 ====== Om recht en waarheid. Een beoordeling van de Handelingen van de Generale Synode van Heemse 1984-1985 tegen de gemeente van Christus (1987) ====== ====== Om recht en waarheid. Een beoordeling van de Handelingen van de Generale Synode van Heemse 1984-1985 tegen de gemeente van Christus (1987) ======
-//Eerste druk: 22 april 1987, tweede druk: 30 april 1987.//\\ +//Eerste druk: 22 april 1987, tweede druk: 30 april 1987.// 
-//Deut. 16:19//\\ + 
-­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­Gij zult het recht niet buigen;\\ +//*Deuteronomium 16:19\\ *Timoteüs 3:15// 
-gij zult de persoon niet aanzien en\\ +
-geen geschenk aannemen; want een geschenk\\ +
-verblindt de ogen der wijzen en verdraait\\ +
-de woorden der onschuldigen.\\ +
-//Tim. 3:15//\\ +
-Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij,\\ +
-hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods,\\ +
-dat is de gemeente van de levende God,\\ +
-een pijler en fundament der waarheid.\\+
 //Verantwoording//\\ //Verantwoording//\\
 Zoals de ondertitel reeds laat weten bevat deze uitgave een beoordeling van de handelingen van de generale synode van Heemse 1984-1985. Niet van al haar handelingen maar wel van de meest verstrekkende. Het zijn haar handelingen die zij in een aantal besloten zittingen verrichtte – in de maanden augustus, september, oktober en november 1984 – en die zij dan ook heeft verantwoord in haar ‘Handelingen van de besloten zittingen van de Generale Synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland, Heemse 1984-1985’. Daarbij gaat het hier om de besluitvorming die opgenomen is in de artikelen 17 tot 29 en die weliswaar in vier besluiten uiteenvalt maar die toch één geheel vormt en dezelfde zaak raakt.\\ Zoals de ondertitel reeds laat weten bevat deze uitgave een beoordeling van de handelingen van de generale synode van Heemse 1984-1985. Niet van al haar handelingen maar wel van de meest verstrekkende. Het zijn haar handelingen die zij in een aantal besloten zittingen verrichtte – in de maanden augustus, september, oktober en november 1984 – en die zij dan ook heeft verantwoord in haar ‘Handelingen van de besloten zittingen van de Generale Synode van De Gereformeerde Kerken in Nederland, Heemse 1984-1985’. Daarbij gaat het hier om de besluitvorming die opgenomen is in de artikelen 17 tot 29 en die weliswaar in vier besluiten uiteenvalt maar die toch één geheel vormt en dezelfde zaak raakt.\\
Regel 19: Regel 11:
 Daarbij schreven we allereerst ten dienste van de Generale Synode die tegen 22 april 1987 te Spakenburg is samengekomen en aan welke synode de Raad van de Gereformeerde Kerk te Grootegast besloot het bewijs te leveren van de onrechtmatigheid van de besluiten van Heemse. Als zodanig werd deze publikatie dan ook aan de synode van Spakenburg-Noord toegezonden met een begeleidend schrijven van genoemde kerkeraad waarin zij wordt opgeroepen zich op grond van Gods Woord en de gereformeerde kerkorde ervan te laten overtuigen dat Heemse besluiten nam in strijd met dit Woord en deze kerkorde.\\ Daarbij schreven we allereerst ten dienste van de Generale Synode die tegen 22 april 1987 te Spakenburg is samengekomen en aan welke synode de Raad van de Gereformeerde Kerk te Grootegast besloot het bewijs te leveren van de onrechtmatigheid van de besluiten van Heemse. Als zodanig werd deze publikatie dan ook aan de synode van Spakenburg-Noord toegezonden met een begeleidend schrijven van genoemde kerkeraad waarin zij wordt opgeroepen zich op grond van Gods Woord en de gereformeerde kerkorde ervan te laten overtuigen dat Heemse besluiten nam in strijd met dit Woord en deze kerkorde.\\
 Deze door allen eenvoudig vast te stellen strijdigheid bevestigt tevens het goed recht van de aan het begin van het jaar 1986 te Grootegast plaatsgevonden Afscheiding of Wederkeer, die werd voltrokken uit kracht van het ambt aller gelovigen volgens het Woord van God en artikel 28 van de Geloofsbelijdenis.\\ Deze door allen eenvoudig vast te stellen strijdigheid bevestigt tevens het goed recht van de aan het begin van het jaar 1986 te Grootegast plaatsgevonden Afscheiding of Wederkeer, die werd voltrokken uit kracht van het ambt aller gelovigen volgens het Woord van God en artikel 28 van de Geloofsbelijdenis.\\
-Deze uitgave wil er uiteindelijk dienstbaar aan zijn dat allen die geloven en belijden dit ambt gehoorzaam en trouw bedienen. En zij doen dat ook metterdaad, daartoe van harte gewillig en bereid gemaakt door de Heilige Geest. Door die Geest en Zijn Woord wordt ook heden ten dage de Kerk van Christus vergaderd en beschermd en onderhouden en komen zij allen, zovelen als de Heere onze God ertoe roepen wil.\\+Deze uitgave wil er uiteindelijk dienstbaar aan zijn dat allen die geloven en belijden dit ambt gehoorzaam en trouw bedienen. En zij doen dat ook metterdaad, daartoe van harte gewillig en bereid gemaakt door de Heilige Geest. Door die Geest en Zijn Woord wordt ook heden ten dage de Kerk van Christus vergaderd en beschermd en onderhouden en komen zij allen, zovelen als de Heere onze God ertoe roepen wil. 
 Lutjegast, 22 april 1987.\\ Lutjegast, 22 april 1987.\\
-J. Hoorn\\+J. Hoorn 
 //Bij de tweede druk//\\ //Bij de tweede druk//\\
-Deze is ongewijzigd ten opzichte van de eerste. Behalve dat een aantal drukfouten waaronder enkele storende is weggewerkt zodat de afzonderlijke lijst met corrigenda kwam te vervallen. Verder is op blz. 74 nog een aantekening toegevoegd als aanvulling op wat op blz. 52 staat geschreven.\\+Deze is ongewijzigd ten opzichte van de eerste. Behalve dat een aantal drukfouten waaronder enkele storende is weggewerkt zodat de afzonderlijke lijst met corrigenda kwam te vervallen. Verder is op blz. 74 nog een aantekening toegevoegd als aanvulling op wat op blz. 52 staat geschreven. 
 Lutjegast, Koninginnedag 1987.\\ Lutjegast, Koninginnedag 1987.\\
 J. Hoorn\\ J. Hoorn\\
-\\+
 ===== I. Het onwettige besluit ===== ===== I. Het onwettige besluit =====
 Volgens artikel 18 van haar Handelingen van de besloten zittingen nam de generale synode van Heemse 1984-1985 op 29 augustus 1984 het volgende VOORSTEL VAN ORDE aan:\\ Volgens artikel 18 van haar Handelingen van de besloten zittingen nam de generale synode van Heemse 1984-1985 op 29 augustus 1984 het volgende VOORSTEL VAN ORDE aan:\\
-De generale synode\\ + 
-|//constateert//      |1 dat het geding tussen de kerkeraad en de predikant van de Gereformeerde Kerk te Grootegast reeds gedurende jaren de gemeente heeft verscheurd en tot op heden blijft verscheuren,                   | +|De generale synode|| 
-|                     |2 dat de besluiten van mindere vergaderingen in dit geding tot op heden de rust en vrede niet hebben hersteld;                                                                                        | +|//constateert//      |1dat het geding tussen de kerkeraad en de predikant van de Gereformeerde Kerk te Grootegast reeds gedurende jaren de gemeente heeft verscheurd en tot op heden blijft verscheuren,                   | 
-|//en is van oordeel//|1 dat een beoordeling van het geding zelf, zoals het nu bestaat, een oplossing van de moeiten dichterbij kan brengen, onder beding van Gods zegen,                                                    | +|                     |2dat de besluiten van mindere vergaderingen in dit geding tot op heden de rust en vrede niet hebben hersteld;                                                                                        | 
-|                     |2 dat een beoordeling van handelingen en uitspraken, door mindere vergaderingen in de procedure gedaan, slechts van afgeleide betekenis kan zijn voor wat betreft de beslechting van het geschil zelf;| +|//en is van oordeel//|1dat een beoordeling van het geding zelf, zoals het nu bestaat, een oplossing van de moeiten dichterbij kan brengen, onder beding van Gods zegen,                                                    | 
-|//en besluit//       |partijen in geding te citeren en te horen en daarna binnen haar bevoegdheid en haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de handhaving van de leer der kerken een uitspraak in het geding te doen.    |\\+|                     |2dat een beoordeling van handelingen en uitspraken, door mindere vergaderingen in de procedure gedaan, slechts van afgeleide betekenis kan zijn voor wat betreft de beslechting van het geschil zelf;| 
 +|//en besluit//       |partijen in geding te citeren en te horen en daarna binnen haar bevoegdheid en haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de handhaving van de leer der kerken een uitspraak in het geding te doen.    |\\
 De tekst van dit voorstel die volgens de Handelingen niet voor publikatie bestemd is, kan men vinden op bladzijde 5 van de in opdracht van de synode van Heemse uitgegeven brochure ‘De roeping zich bij de kerk te voegen’.\\ De tekst van dit voorstel die volgens de Handelingen niet voor publikatie bestemd is, kan men vinden op bladzijde 5 van de in opdracht van de synode van Heemse uitgegeven brochure ‘De roeping zich bij de kerk te voegen’.\\
 Blijkens de Handelingen werd het voorstel aangenomen met één onthouding, terwijl de afgevaardigden van Groningen buiten stemming bleven.\\ Blijkens de Handelingen werd het voorstel aangenomen met één onthouding, terwijl de afgevaardigden van Groningen buiten stemming bleven.\\
 Na vermelding van het voorstel bericht artikel 18 nog dat besloten werd dat het ‘horen’ van partijen in geding zal plaatsvinden door het moderamen samen met commissie V en de adviseur prof. J. Kamphuis. Ook dit kan men lezen in zoëven genoemde brochure.\\ Na vermelding van het voorstel bericht artikel 18 nog dat besloten werd dat het ‘horen’ van partijen in geding zal plaatsvinden door het moderamen samen met commissie V en de adviseur prof. J. Kamphuis. Ook dit kan men lezen in zoëven genoemde brochure.\\
 //Vorenstaande besluitvorming ter synode was onwettig,// zoals bewezen wordt in het hiernavolgende onderwijs dat uiteenvalt in vier paragrafen. Daarbij wordt in par. 1 de onwettigheid van het besluit aangetoond op grond van //de orde der Kerk// en in par. 2 op grond van //de leer der Kerk.// In par. 3 wordt het bestaansrecht van dit besluit aangevochten op grond van voorafgaande en navolgende besluitvorming van de synode rondom dezelfde zaak. Tenslotte wordt in par. 4 één en ander kort samengevat.\\ //Vorenstaande besluitvorming ter synode was onwettig,// zoals bewezen wordt in het hiernavolgende onderwijs dat uiteenvalt in vier paragrafen. Daarbij wordt in par. 1 de onwettigheid van het besluit aangetoond op grond van //de orde der Kerk// en in par. 2 op grond van //de leer der Kerk.// In par. 3 wordt het bestaansrecht van dit besluit aangevochten op grond van voorafgaande en navolgende besluitvorming van de synode rondom dezelfde zaak. Tenslotte wordt in par. 4 één en ander kort samengevat.\\
-===== 1. Het grote goed van de gereformeerde kerkorde =====+==== 1. Het grote goed van de gereformeerde kerkorde ====
 Wat besloot de generale synode van Heemse (voortaan veelal kortweg: de synode) in dit voorstel van orde? Dat is eenvoudig na te gaan voor wie let op de doorgaande lijn ervan. Nietwaar, er wordt hier een bepaald geding aan de orde gesteld, namelijk “het geding tussen de kerkeraad en de predikant van de Gereformeerde Kerk te Grootegast”, en wel zó dat inzake dit geding een tweetal constateringen wordt gedaan. Vervolgens horen we de synode met het oog daarop een tweetal oordelen uitspreken, waarna zij dan besluit partijen in geding te gaan horen en een uitspraak te doen.\\ Wat besloot de generale synode van Heemse (voortaan veelal kortweg: de synode) in dit voorstel van orde? Dat is eenvoudig na te gaan voor wie let op de doorgaande lijn ervan. Nietwaar, er wordt hier een bepaald geding aan de orde gesteld, namelijk “het geding tussen de kerkeraad en de predikant van de Gereformeerde Kerk te Grootegast”, en wel zó dat inzake dit geding een tweetal constateringen wordt gedaan. Vervolgens horen we de synode met het oog daarop een tweetal oordelen uitspreken, waarna zij dan besluit partijen in geding te gaan horen en een uitspraak te doen.\\
 Met andere woorden: de synode besluit hier als rechterlijke instantie te gaan optreden in een bepaald geding binnen een kerkeraad om daarin tot een uitspraak te komen. Wat dat betreft is deze synodale besluitvorming de eenvoud zelve. En een mens is geneigd te denken: dit voorstel zal destijds wel zijn betekenis hebben gehad voor de gang van zaken op de synode maar daar houdt het dan ook mee op. Op zichzelf heeft het verder niets te betekenen. En inderdaad moet dit laatste worden toegestemd.\\ Met andere woorden: de synode besluit hier als rechterlijke instantie te gaan optreden in een bepaald geding binnen een kerkeraad om daarin tot een uitspraak te komen. Wat dat betreft is deze synodale besluitvorming de eenvoud zelve. En een mens is geneigd te denken: dit voorstel zal destijds wel zijn betekenis hebben gehad voor de gang van zaken op de synode maar daar houdt het dan ook mee op. Op zichzelf heeft het verder niets te betekenen. En inderdaad moet dit laatste worden toegestemd.\\
Regel 78: Regel 74:
 Het is dan ook terwille van dat nog grotere goed, het ware goed der Kerk, dat we hier nog verder moeten doorspreken.\\ Het is dan ook terwille van dat nog grotere goed, het ware goed der Kerk, dat we hier nog verder moeten doorspreken.\\
 Na de beoordeling van het voorstel als geheel blijft ons daartoe nog voldoende materiaal over binnen het voorstel zelf. Bekijken we dat materiaal nader, dan valt gemakkelijk te zien dat dit voorstel van orde niet dienstbaar is aan de gereformeerde leer maar dat het die leer juist in haar loop tracht te stuiten.\\ Na de beoordeling van het voorstel als geheel blijft ons daartoe nog voldoende materiaal over binnen het voorstel zelf. Bekijken we dat materiaal nader, dan valt gemakkelijk te zien dat dit voorstel van orde niet dienstbaar is aan de gereformeerde leer maar dat het die leer juist in haar loop tracht te stuiten.\\
-===== 2. Het grote goed van de gereformeerde leer =====+==== 2. Het grote goed van de gereformeerde leer ====
 Zoals we aan het begin van onze eerste paragraaf reeds stelden is het voorstel in zijn doorgaande lijn eenvoudig. Wat dat betreft heeft de synode het zichzelf niet moeilijk gemaakt. En waarom zou men dat ook wel doen als het om niet meer gaat dan een //voorstel van orde//, aangenomen met het oog op de behandeling van een zaak die kennelijk allesbehalve eenvoudig ligt, zoals reeds de beide constateringen van het voorstel bewijzen. Dan gaat men uiteraard niet //bij voorbaat// zijn (denk)kracht verteren voor wat niet meer beoogt te zijn dan //een middel// om tot de behandeling van de zaak zelf te komen. De synode van Heemse deed dat in elk geval niet. Hoewel er de nodige tijd over verliep voordat het voorstel aangenomen op poten stond – het moest dan ook helemaal van de grond af aan worden opgebouwd en dat in confrontatie met het reeds op poten staande commissievoorstel -, als het er eenmaal staat, staat het eenvoudig. Uiteindelijk komt het hier op neer: via een tweetal constateringen en oordelen wordt besloten in het aan de orde gestelde geding een uitspraak te doen.\\ Zoals we aan het begin van onze eerste paragraaf reeds stelden is het voorstel in zijn doorgaande lijn eenvoudig. Wat dat betreft heeft de synode het zichzelf niet moeilijk gemaakt. En waarom zou men dat ook wel doen als het om niet meer gaat dan een //voorstel van orde//, aangenomen met het oog op de behandeling van een zaak die kennelijk allesbehalve eenvoudig ligt, zoals reeds de beide constateringen van het voorstel bewijzen. Dan gaat men uiteraard niet //bij voorbaat// zijn (denk)kracht verteren voor wat niet meer beoogt te zijn dan //een middel// om tot de behandeling van de zaak zelf te komen. De synode van Heemse deed dat in elk geval niet. Hoewel er de nodige tijd over verliep voordat het voorstel aangenomen op poten stond – het moest dan ook helemaal van de grond af aan worden opgebouwd en dat in confrontatie met het reeds op poten staande commissievoorstel -, als het er eenmaal staat, staat het eenvoudig. Uiteindelijk komt het hier op neer: via een tweetal constateringen en oordelen wordt besloten in het aan de orde gestelde geding een uitspraak te doen.\\
 Nemen we het geval evenwel nader in ogenschouw, dan blijken de zaken hier toch niet zo eenvoudig te liggen. Of juister geformuleerd: dan blijken de zaken hier al te eenvoudig te worden gesteld. Daardoor is dit voorstel in wezen niet anders dan //simplistisch.// En wat simplistisch is heeft geen recht van bestaan, zeker niet in een kerkelijke vergadering, en dat al helemaal niet wanneer het die vergadering er om te doen is zich te beijveren voor de beslechting van een al jaren lopend geding binnen een kerkeraad, waardoor de gemeente werd verscheurd en tot op heden bleef verscheurd. Wie dan simplistisch te werk gaat, maakt de zaak alleen maar erger.\\ Nemen we het geval evenwel nader in ogenschouw, dan blijken de zaken hier toch niet zo eenvoudig te liggen. Of juister geformuleerd: dan blijken de zaken hier al te eenvoudig te worden gesteld. Daardoor is dit voorstel in wezen niet anders dan //simplistisch.// En wat simplistisch is heeft geen recht van bestaan, zeker niet in een kerkelijke vergadering, en dat al helemaal niet wanneer het die vergadering er om te doen is zich te beijveren voor de beslechting van een al jaren lopend geding binnen een kerkeraad, waardoor de gemeente werd verscheurd en tot op heden bleef verscheurd. Wie dan simplistisch te werk gaat, maakt de zaak alleen maar erger.\\
Regel 116: Regel 112:
 In strijd met dit alleenwijze Woord van God nam de synode van Heemse haar eigenwijze voorstel van orde aan, zichzelf daarin aan de gemeente van Christus opdringende als de waarheid uitmakende instantie, daarmee die gemeente verdringende van haar hoge en heerlijke en verantwoordelijke plaats. Het is haar plaats of wil men haar roeping de door God Zelf uitgesproken waarheid zelf zuiver na te spreken en zelf ongeschonden te bewaren. Net het oog waarop deze God Zijn gemeente geeft dienaren des Woords en ouderlingen, die zijn als de raad der kerk opdat door dat middel de ware godsdienst onderhouden wordt en de zuivere leer haar loop heeft.\\ In strijd met dit alleenwijze Woord van God nam de synode van Heemse haar eigenwijze voorstel van orde aan, zichzelf daarin aan de gemeente van Christus opdringende als de waarheid uitmakende instantie, daarmee die gemeente verdringende van haar hoge en heerlijke en verantwoordelijke plaats. Het is haar plaats of wil men haar roeping de door God Zelf uitgesproken waarheid zelf zuiver na te spreken en zelf ongeschonden te bewaren. Net het oog waarop deze God Zijn gemeente geeft dienaren des Woords en ouderlingen, die zijn als de raad der kerk opdat door dat middel de ware godsdienst onderhouden wordt en de zuivere leer haar loop heeft.\\
 //Zo// //en// //niet// //anders// //wordt// //volgens// //het// //Woord// //de// //leer// //der// //kerk//, //die// //de// //leer// //is// //van// //God// //Zelf//, //gehandhaafd//. En //niet// via de weg die Heemse uitstippelde in haar voorstel van orde. Dat is niet anders dan een //zelf// uitgezette weg die daarom niet dienstbaar is aan maar strijdt tegen de bewaring van het onwaardeerbare goed van de gereformeerde, Schriftuurlijke leer.\\ //Zo// //en// //niet// //anders// //wordt// //volgens// //het// //Woord// //de// //leer// //der// //kerk//, //die// //de// //leer// //is// //van// //God// //Zelf//, //gehandhaafd//. En //niet// via de weg die Heemse uitstippelde in haar voorstel van orde. Dat is niet anders dan een //zelf// uitgezette weg die daarom niet dienstbaar is aan maar strijdt tegen de bewaring van het onwaardeerbare goed van de gereformeerde, Schriftuurlijke leer.\\
-===== 3. Een tegen zichzelf verdeelde synode =====+==== 3. Een tegen zichzelf verdeelde synode ====
 Behalve dat de synode in haar voorstel van orde strijdt tegen de gereformeerde kerkorde en wat meer is tegen de gereformeerde leer, betekende de aanneming van dit voorstel ook dat de synode zich de bevoegdheid en verantwoordelijkheid toekende in “het geding” te Grootegast, die zij zelf tevoren aan een andere meerdere vergadering ontzegde.\\ Behalve dat de synode in haar voorstel van orde strijdt tegen de gereformeerde kerkorde en wat meer is tegen de gereformeerde leer, betekende de aanneming van dit voorstel ook dat de synode zich de bevoegdheid en verantwoordelijkheid toekende in “het geding” te Grootegast, die zij zelf tevoren aan een andere meerdere vergadering ontzegde.\\
 Daarbij valt hier te wijzen op haar besluitvorming zoals vermeld in //artikel// //16// van de Handelingen. Daar vinden we de uitspraak die de synode deed inzake het bij haar ingediende appèl- schrift van de classis Grootegast //van// //19// //januari// //1984// tegen een uitspraak van de particuliere synode //van// //Groningen// 1983//.// Laatstgenoemde uitspraak bevatte //een// //veroordeling// van de uitspraak van de classis Grootegast //van// //1// //juli// 1982, zijnde een uitspraak van deze classis //in// //precies// //hetzelfde// //geding// als waarin de generale synode in haar voorstel van orde een uitspraak besluit te doen.\\ Daarbij valt hier te wijzen op haar besluitvorming zoals vermeld in //artikel// //16// van de Handelingen. Daar vinden we de uitspraak die de synode deed inzake het bij haar ingediende appèl- schrift van de classis Grootegast //van// //19// //januari// //1984// tegen een uitspraak van de particuliere synode //van// //Groningen// 1983//.// Laatstgenoemde uitspraak bevatte //een// //veroordeling// van de uitspraak van de classis Grootegast //van// //1// //juli// 1982, zijnde een uitspraak van deze classis //in// //precies// //hetzelfde// //geding// als waarin de generale synode in haar voorstel van orde een uitspraak besluit te doen.\\
Regel 139: Regel 135:
 En dat is toch echt wel iets anders zoals ieder moet toestemmen. Daarom kan hier ook niet gesproken worden van ‘in aanvulling op’. Want iets dat de zaak //aanvult//, behoort er als zodanig bij. Doch iets wat slechts van afgeleide betekenis kan zijn, behoort er als zodanig //niet// bij en behoort men er daarom ook niet bij te nemen. Dat vertroebelt slechts de eigenlijke zaak in geding en kan de beslechting van het geschil zelf nimmer dienen.\\ En dat is toch echt wel iets anders zoals ieder moet toestemmen. Daarom kan hier ook niet gesproken worden van ‘in aanvulling op’. Want iets dat de zaak //aanvult//, behoort er als zodanig bij. Doch iets wat slechts van afgeleide betekenis kan zijn, behoort er als zodanig //niet// bij en behoort men er daarom ook niet bij te nemen. Dat vertroebelt slechts de eigenlijke zaak in geding en kan de beslechting van het geschil zelf nimmer dienen.\\
 Wanneer de synode dan ook in de avond van die 21e november //zonder meer// overgaat tot de hier bedoelde behandeling, bewijst zij daarmee een tegen zichzelf verdeelde synode te zijn. En zo’n synode kan heel wat besluiten maar hoe meer zij besluit des te meer veroordeelt zij zichzelf.\\ Wanneer de synode dan ook in de avond van die 21e november //zonder meer// overgaat tot de hier bedoelde behandeling, bewijst zij daarmee een tegen zichzelf verdeelde synode te zijn. En zo’n synode kan heel wat besluiten maar hoe meer zij besluit des te meer veroordeelt zij zichzelf.\\
-===== 4. Samenvatting en nabeschouwing =====+==== 4. Samenvatting en nabeschouwing ====
 Samenvattend moet ten aanzien van het door de synode op 29 augustus 1984 aangenomen voorstel van orde worden gesteld dat het onwettig is,\\ Samenvattend moet ten aanzien van het door de synode op 29 augustus 1984 aangenomen voorstel van orde worden gesteld dat het onwettig is,\\
   - omdat de synode hier besluit tot beoordeling van een uitspraak in een geding binnen een kerkeraad zonder dat haar dat geding als zodanig was voorgelegd. Daarna trad deze meerdere vergadering buiten haar bevoegdheid, eigenmachtig ingrijpend in de regering van Christus’ kerk te Grootegast. Tegelijkertijd sprak zij door haar besluit een veroordelend vonnis uit //over// het geding zelf dat haar ter behandeling was voorgelegd in plaats van //in// dat geding een uitspraak te doen, daarmee het recht van bezwaar van appellanten niet serieus nemend; en   - omdat de synode hier besluit tot beoordeling van een uitspraak in een geding binnen een kerkeraad zonder dat haar dat geding als zodanig was voorgelegd. Daarna trad deze meerdere vergadering buiten haar bevoegdheid, eigenmachtig ingrijpend in de regering van Christus’ kerk te Grootegast. Tegelijkertijd sprak zij door haar besluit een veroordelend vonnis uit //over// het geding zelf dat haar ter behandeling was voorgelegd in plaats van //in// dat geding een uitspraak te doen, daarmee het recht van bezwaar van appellanten niet serieus nemend; en
-  - te meer omdat het door de synode aan de orde gestelde geding te Grootegast bij nader toezien in niets anders blijkt te bestaan dan in het geding //om de leer//; dat wil zeggen in //de strijd om de handhaving van de zuivere leer//. Het komt geen meerdere vergadering toe in die strijd tussenbeide te komen door daarin een uitspraak te doen, waardoor zulk een vergadering zich immers opwerpt als de hier beslissende instantie. Dit strijdt met de waarheid, die niet vastgesteld wordt door enige kerkelijke vergadering maar die uitgedrukt ligt in het Woord van God en die God bij Zijn ware gemeente in verzekerde bewaring heeft gegeven om door haar te worden geloofd en beleden. Zo en niet anders wordt de rechte leer gehandhaafd. Een kerkelijke vergadering heeft zich niet aan te stellen als ware zij de kerk zelf. Zij heeft er op toe te zien dat zij zich zelf houdt aan de leer der kerk bij het verrichten van datgene wat binnen haar bevoegdheid valt.\\ +  - te meer omdat het door de synode aan de orde gestelde geding te Grootegast bij nader toezien in niets anders blijkt te bestaan dan in het geding //om de leer//; dat wil zeggen in //de strijd om de handhaving van de zuivere leer//. Het komt geen meerdere vergadering toe in die strijd tussenbeide te komen door daarin een uitspraak te doen, waardoor zulk een vergadering zich immers opwerpt als de hier beslissende instantie. Dit strijdt met de waarheid, die niet vastgesteld wordt door enige kerkelijke vergadering maar die uitgedrukt ligt in het Woord van God en die God bij Zijn ware gemeente in verzekerde bewaring heeft gegeven om door haar te worden geloofd en beleden. Zo en niet anders wordt de rechte leer gehandhaafd. Een kerkelijke vergadering heeft zich niet aan te stellen als ware zij de kerk zelf. Zij heeft er op toe te zien dat zij zich zelf houdt aan de leer der kerk bij het verrichten van datgene wat binnen haar bevoegdheid valt.\\ Bovendien blijkt het voorstel bij nader toezien onverantwoord en onbetrouwbaar te zijn, met name wat betreft de bejegening van reeds gedane kerkelijke besluitvorming rondom het geding en wat betreft het naspreken van de zuivere leer, doordat een om de leer //verscheurde k//erk wordt geconstateerd, terwijl de Schrift ons leert dat de leer en de strijd om de leer juist //de// //eenheid// van de kerk betekenen; en 
-Bovendien blijkt het voorstel bij nader toezien onverantwoord en onbetrouwbaar te zijn, met name wat betreft de bejegening van reeds gedane kerkelijke besluitvorming rondom het geding en wat betreft het naspreken van de zuivere leer, doordat een om de leer //verscheurde k//erk wordt geconstateerd, terwijl de Schrift ons leert dat de leer en de strijd om de leer juist //de// //eenheid// van de kerk betekenen; en\\+  - omdat het voorstel van orde strijdt met voorafgaande en navolgende besluitvorming van de synode rondom hetzelfde geding, zoals te vinden in artikel 16 en 29 van de Handelingen.
  
-omdat het voorstel van orde strijdt met voorafgaande en navolgende besluitvorming van de synode rondom hetzelfde geding, zoals te vinden in artikel 16 en 29 van de Handelingen.\\ 
 Na bovenstaande breedvoerige weerlegging in de paragrafen 1 tot 3 en de samenvatting ervan in deze paragraaf, is het van belang vast te stellen dat de onwettigheid van het onderhavige voorstel van orde impliceert dat heel de uit dit voorstel voortgevloeide besluitvorming om die reden eveneens //onwettig// is. Dit dus nog afgezien van //de// //inhoud// van die besluitvorming zelf. Alleen al het onwettig //begin// veroordeelt alles wat eruit voortgekomen is. Dit bewijst dan ook wel hoe onverantwoord het is om een zo verstrekkende besluitvorming als hier metterdaad is gevolgd te laten afhangen van een voorstel van orde, dat zo maar even staande de vergadering uit de losse hand op papier werd gezet. En dat niet alleen, maar dat ook zo maar was aangenomen zonder dat de Handelingen het bewijs leveren dat de vergadering zich serieus heeft bezig gehouden met de vraag //of// //zij// //behoorde// //te// //doen// //en// //mocht// //doen// //wat// //in// //het// //voorstel// //lag// //uitgedrukt//. Afgezien van de ene man, over wiens nadere verklaring van gevoelen wij hiervoor in par. 1 reeds spraken, was er volgens de Handelingen nog één man die de vraag stelde “of de synode het recht heeft kwesties die zich later hebben voorgedaan te beoordelen”. Antwoord op deze vraag heeft de man niet gekregen, behalve dan dat de vergadering het voorstel aannam, daarmee eenvoudig te kennen gevende dat zij het hier gevraagde recht kennelijk had. Punt uit. En wat voorts de bespreking van het voorstel betreft berichten de Handelingen ons dat de opsteller ervan wees “op het gevaar dat na het citeren nog bepaalde manoeuvres voltrokken worden. Daarom dient uitdrukkelijk eraan te worden vastgehouden”, aldus de spreker, “dat het geding beoordeeld moet worden, zoals het nu – 29 augustus – bestaat”.\\ Na bovenstaande breedvoerige weerlegging in de paragrafen 1 tot 3 en de samenvatting ervan in deze paragraaf, is het van belang vast te stellen dat de onwettigheid van het onderhavige voorstel van orde impliceert dat heel de uit dit voorstel voortgevloeide besluitvorming om die reden eveneens //onwettig// is. Dit dus nog afgezien van //de// //inhoud// van die besluitvorming zelf. Alleen al het onwettig //begin// veroordeelt alles wat eruit voortgekomen is. Dit bewijst dan ook wel hoe onverantwoord het is om een zo verstrekkende besluitvorming als hier metterdaad is gevolgd te laten afhangen van een voorstel van orde, dat zo maar even staande de vergadering uit de losse hand op papier werd gezet. En dat niet alleen, maar dat ook zo maar was aangenomen zonder dat de Handelingen het bewijs leveren dat de vergadering zich serieus heeft bezig gehouden met de vraag //of// //zij// //behoorde// //te// //doen// //en// //mocht// //doen// //wat// //in// //het// //voorstel// //lag// //uitgedrukt//. Afgezien van de ene man, over wiens nadere verklaring van gevoelen wij hiervoor in par. 1 reeds spraken, was er volgens de Handelingen nog één man die de vraag stelde “of de synode het recht heeft kwesties die zich later hebben voorgedaan te beoordelen”. Antwoord op deze vraag heeft de man niet gekregen, behalve dan dat de vergadering het voorstel aannam, daarmee eenvoudig te kennen gevende dat zij het hier gevraagde recht kennelijk had. Punt uit. En wat voorts de bespreking van het voorstel betreft berichten de Handelingen ons dat de opsteller ervan wees “op het gevaar dat na het citeren nog bepaalde manoeuvres voltrokken worden. Daarom dient uitdrukkelijk eraan te worden vastgehouden”, aldus de spreker, “dat het geding beoordeeld moet worden, zoals het nu – 29 augustus – bestaat”.\\
 De spreker achtte het gevaar niet denkbeeldig dat na het citeren bepaalde manoeuvres zouden worden voltrokken. En inderdaad, wie als rechter de onmogelijke manoeuvre begaat het aanhangig gemaakte geding te vervangen door een //ander// geding en daarmee ook //andere// partijen in geding te creëren, die loopt uiteraard het gevaar met bepaalde manoeuvres te moeten worden geconfronteerd. Zo zou bijvoorbeeld in het onderhavige geval de kerkeraad van Grootegast kunnen weigeren zich te laten citeren met het oog op het thans gestelde geding. Mogelijk dat de spreker op dat gevaar doelde, al heeft hij dat dan niet met zoveel woorden gezegd en naar wij vermoeden ook niet gedacht. Maar hoe dit ook zij, om zich als vergadering tegen het gevaar van bepaalde manoeuvres in te dekken, diende nadrukkelijk vastgehouden te worden aan een beoordeling van het geding, //zoals// //het// //nu// – //29// //augustus// – //bestaat//. Wel merkwaardig natuurlijk dat de spreker die meende de vergadering hier nadrukkelijk op te moeten wijzen en die toch zelf de opsteller van het voorstel was, er niet voor gezorgd heeft dat dit dan ook nadrukkelijk in //de// //eigenlijke// //besluitvorming// van het voorstel werd opgenomen. Zoals het er nu – in het voorstel – staat, staat het alleen in één van de oordelen, terwijl het ontbreekt in de uiteindelijk beslissende besluitvorming.\\ De spreker achtte het gevaar niet denkbeeldig dat na het citeren bepaalde manoeuvres zouden worden voltrokken. En inderdaad, wie als rechter de onmogelijke manoeuvre begaat het aanhangig gemaakte geding te vervangen door een //ander// geding en daarmee ook //andere// partijen in geding te creëren, die loopt uiteraard het gevaar met bepaalde manoeuvres te moeten worden geconfronteerd. Zo zou bijvoorbeeld in het onderhavige geval de kerkeraad van Grootegast kunnen weigeren zich te laten citeren met het oog op het thans gestelde geding. Mogelijk dat de spreker op dat gevaar doelde, al heeft hij dat dan niet met zoveel woorden gezegd en naar wij vermoeden ook niet gedacht. Maar hoe dit ook zij, om zich als vergadering tegen het gevaar van bepaalde manoeuvres in te dekken, diende nadrukkelijk vastgehouden te worden aan een beoordeling van het geding, //zoals// //het// //nu// – //29// //augustus// – //bestaat//. Wel merkwaardig natuurlijk dat de spreker die meende de vergadering hier nadrukkelijk op te moeten wijzen en die toch zelf de opsteller van het voorstel was, er niet voor gezorgd heeft dat dit dan ook nadrukkelijk in //de// //eigenlijke// //besluitvorming// van het voorstel werd opgenomen. Zoals het er nu – in het voorstel – staat, staat het alleen in één van de oordelen, terwijl het ontbreekt in de uiteindelijk beslissende besluitvorming.\\
Regel 170: Regel 165:
 //Vorenstaande besluitvorming ter synode is niet gefundeerd op recht en waarheid maar strijdt daartegen.// We hebben hier van doen met een //partijdig// en //onverantwoord// besluit zoals de titel van dit hoofdstuk reeds aangeeft. Een en ander wordt bewezen in het hiernavolgende onderwijs dat uiteenvalt in 4 paragrafen. Daarbij toont //de eerste par.// aan dat het besluit geen bestaansrecht heeft gelet op het tevoren door de synode zelf aangenomen voorstel van orde. //De tweede par//. bestrijdt het besluit op grond van het door de synode zelf hier aangevoerde Ondertekeningsformulier. //De derde par//. toont de onhoudbaarheid van het besluit aan in het licht van de door de synode zelf gegeven uitwerking ervan in de artikelen 22 en 23 van haar Handelingen. Tenslotte biedt //de laatste par//. van dit hoofdstuk een korte samenvatting, waaraan een nabeschouwing wordt toegevoegd die tevens dient als overgang naar het derde hoofdstuk.\\ //Vorenstaande besluitvorming ter synode is niet gefundeerd op recht en waarheid maar strijdt daartegen.// We hebben hier van doen met een //partijdig// en //onverantwoord// besluit zoals de titel van dit hoofdstuk reeds aangeeft. Een en ander wordt bewezen in het hiernavolgende onderwijs dat uiteenvalt in 4 paragrafen. Daarbij toont //de eerste par.// aan dat het besluit geen bestaansrecht heeft gelet op het tevoren door de synode zelf aangenomen voorstel van orde. //De tweede par//. bestrijdt het besluit op grond van het door de synode zelf hier aangevoerde Ondertekeningsformulier. //De derde par//. toont de onhoudbaarheid van het besluit aan in het licht van de door de synode zelf gegeven uitwerking ervan in de artikelen 22 en 23 van haar Handelingen. Tenslotte biedt //de laatste par//. van dit hoofdstuk een korte samenvatting, waaraan een nabeschouwing wordt toegevoegd die tevens dient als overgang naar het derde hoofdstuk.\\
 We merken nog op dat de nummering van de paragrafen niet opnieuw begint maar aansluit bij het vorige hoofdstuk, wat ook bij de volgende hoofdstukken het geval is.\\ We merken nog op dat de nummering van de paragrafen niet opnieuw begint maar aansluit bij het vorige hoofdstuk, wat ook bij de volgende hoofdstukken het geval is.\\
-===== 5. Het gebod van de onpartijdige rechtspraak =====+==== 5. Het gebod van de onpartijdige rechtspraak ====
 Ook zonder dat daarvoor één of meerdere bepaalde Schriftplaatsen worden aangevoerd, is het binnen de gemeente van Jezus Christus buiten geding dat de Heere een rechtvaardige rechtspraak wil onder Zijn volk. Hij die de God der waarheid is, is ook de God van het recht. Bij Hem gaan deze twee eenvoudig samen op, zonder dat zij hoe dan ook ooit tegenover elkaar staan dan wel elkaar bestrijden. En de Heere wil dat dat ook onder Zijn volk zo zal zijn. Hij wil daar waarheid èn recht en recht èn waarheid gehandhaafd zien worden. Daarom gebiedt Hij in Zijn Woord een zuivere rechtspraak. Dat betekent dat de rechter in het geding niet partijdig mag zijn, dat hij de persoon niet mag aanzien noch ook een geschenk aannemen, ook niet wanneer het daarin gaat om een op zichzelf zuiver gereformeerd geschenk dat in alle opzichten waarheidsgetrouw is. Het betekent ook dat de rechter nauwgezet, zorgvuldig onderzoek moet doen. En daartoe zal de rechter zich te meer verplicht weten wanneer het gaat om een volgens eigen zeggen moeilijk oplosbaar geding waarbij niets minder in geding is dan de rust en de vrede in de gemeente van de Heere Jezus Christus. Ontbreekt bij de beoordeling van zulk een geding de vereiste onpartijdigheid en nauwgezetheid, dan lost de rechter in geding niets op, ook al werkt hij “onder beding van Gods zegen”. Hij doet dan metterdaad niets anders dan Gods water over Gods akker laten lopen. En nog veel erger dan dat.\\ Ook zonder dat daarvoor één of meerdere bepaalde Schriftplaatsen worden aangevoerd, is het binnen de gemeente van Jezus Christus buiten geding dat de Heere een rechtvaardige rechtspraak wil onder Zijn volk. Hij die de God der waarheid is, is ook de God van het recht. Bij Hem gaan deze twee eenvoudig samen op, zonder dat zij hoe dan ook ooit tegenover elkaar staan dan wel elkaar bestrijden. En de Heere wil dat dat ook onder Zijn volk zo zal zijn. Hij wil daar waarheid èn recht en recht èn waarheid gehandhaafd zien worden. Daarom gebiedt Hij in Zijn Woord een zuivere rechtspraak. Dat betekent dat de rechter in het geding niet partijdig mag zijn, dat hij de persoon niet mag aanzien noch ook een geschenk aannemen, ook niet wanneer het daarin gaat om een op zichzelf zuiver gereformeerd geschenk dat in alle opzichten waarheidsgetrouw is. Het betekent ook dat de rechter nauwgezet, zorgvuldig onderzoek moet doen. En daartoe zal de rechter zich te meer verplicht weten wanneer het gaat om een volgens eigen zeggen moeilijk oplosbaar geding waarbij niets minder in geding is dan de rust en de vrede in de gemeente van de Heere Jezus Christus. Ontbreekt bij de beoordeling van zulk een geding de vereiste onpartijdigheid en nauwgezetheid, dan lost de rechter in geding niets op, ook al werkt hij “onder beding van Gods zegen”. Hij doet dan metterdaad niets anders dan Gods water over Gods akker laten lopen. En nog veel erger dan dat.\\
 De vraag klemt daarom of de rechter in Heemse ook echt onpartijdig en nauwgezet handelt in zijn besluitvorming van heden 21 september 1984. Laten we om dat te zien een en ander nader in ogenschouw nemen.\\ De vraag klemt daarom of de rechter in Heemse ook echt onpartijdig en nauwgezet handelt in zijn besluitvorming van heden 21 september 1984. Laten we om dat te zien een en ander nader in ogenschouw nemen.\\
Regel 226: Regel 221:
 Inderdaad ligt het initiatief hier dus bij de kerkelijke vergadering die om gegronde redenen van de betrokken dienaar nadere verklaring van diens gevoelen eist tot bevoordeling van dat gevoelen en die daarmee de predikant als tweede partij in geding brengt. En waar ligt hier de beslissende instantie tot beoordeling van het geding? Ligt die in de vergadering zelf of in de predikant? Nee. Die ligt direct en zonder meer in de leer van Gods Woord, welke leer betrouwbaar wordt nagesproken in het Amen der kerk, de Drie Formulieren van Enigheid. Die leer is hier eenvoudig beslissend. Punt uit. Tenzij men niet bereid is alleen het Woord van God te laten bepalen hoedanig de ware leer en derhalve ook de ware kerk is doch dat door de kerk zelf laat uitmaken. Haar dan heet men alleen nog vrijgemaakt zonder uit kracht van de Waarheid vrijgemaakt te zijn. Anders gezegd, dan houdt men hooguit zichzelf voor lid van de ware kerk zonder het evenwel in waarheid te zijn. Want de ware kerk belijdt hier terecht anders en gelooft dat men hier zowel het een als het ander – want deze twee gaan samen op – behoort te onderscheidt //uit den Woorde Gods// (zie artikel 29 NGB begin).\\ Inderdaad ligt het initiatief hier dus bij de kerkelijke vergadering die om gegronde redenen van de betrokken dienaar nadere verklaring van diens gevoelen eist tot bevoordeling van dat gevoelen en die daarmee de predikant als tweede partij in geding brengt. En waar ligt hier de beslissende instantie tot beoordeling van het geding? Ligt die in de vergadering zelf of in de predikant? Nee. Die ligt direct en zonder meer in de leer van Gods Woord, welke leer betrouwbaar wordt nagesproken in het Amen der kerk, de Drie Formulieren van Enigheid. Die leer is hier eenvoudig beslissend. Punt uit. Tenzij men niet bereid is alleen het Woord van God te laten bepalen hoedanig de ware leer en derhalve ook de ware kerk is doch dat door de kerk zelf laat uitmaken. Haar dan heet men alleen nog vrijgemaakt zonder uit kracht van de Waarheid vrijgemaakt te zijn. Anders gezegd, dan houdt men hooguit zichzelf voor lid van de ware kerk zonder het evenwel in waarheid te zijn. Want de ware kerk belijdt hier terecht anders en gelooft dat men hier zowel het een als het ander – want deze twee gaan samen op – behoort te onderscheidt //uit den Woorde Gods// (zie artikel 29 NGB begin).\\
 Kortom hoewel de synode het vanwege het onder de punten 1, 2 en 3 aangevoerde materiaal doet voorkomen in artikel 21 te handelen binnen hetzelfde kader en dezelfde orde als van haar besluit van orde in artikel 18, handelt zij hier nochtans metterdaad binnen een ander kader en een andere orde.\\ Kortom hoewel de synode het vanwege het onder de punten 1, 2 en 3 aangevoerde materiaal doet voorkomen in artikel 21 te handelen binnen hetzelfde kader en dezelfde orde als van haar besluit van orde in artikel 18, handelt zij hier nochtans metterdaad binnen een ander kader en een andere orde.\\
-Aan de orde werd gesteld op 19 augustus en wij schrijven kapitaal:\\ +Aan de orde werd gesteld op 19 augustus en wij schrijven kapitaal: 
-HET GEDING\\+<WRAP centeralign>HET GEDING\\
 tussen\\ tussen\\
 DE KERKERAAD EN DE PREDIKANT\\ DE KERKERAAD EN DE PREDIKANT\\
Regel 240: Regel 235:
 HET WOORD GODS UITSPRAAK DOET\\ HET WOORD GODS UITSPRAAK DOET\\
 wel te verstaan naar de belijdenis der kerk daarvan in\\ wel te verstaan naar de belijdenis der kerk daarvan in\\
-DE DRIE FORMULIEREN VAN ENIGHEID.\\+DE DRIE FORMULIEREN VAN ENIGHEID.</WRAP>\\ 
 Ja, het kan verkeren, ook binnen de kerk, althans binnen de kerkelijke vergaderingen. Het was dan ook reeds verkeerd binnen deze synode toen zij op 10 augustus buiten de orde stelde wat binnen de orde was om in plaats daarvan binnen de orde te stellen wat buiten de orde was. Thans doet zij nogmaals hetzelfde en dan in ergere mate. Wat zij zelf binnen de orde had gehaald stelt zij nu buiten de orde om in plaats daarvan wat nog veel verder buiten de orde was van nu af aan binnen de orde te halen.\\ Ja, het kan verkeren, ook binnen de kerk, althans binnen de kerkelijke vergaderingen. Het was dan ook reeds verkeerd binnen deze synode toen zij op 10 augustus buiten de orde stelde wat binnen de orde was om in plaats daarvan binnen de orde te stellen wat buiten de orde was. Thans doet zij nogmaals hetzelfde en dan in ergere mate. Wat zij zelf binnen de orde had gehaald stelt zij nu buiten de orde om in plaats daarvan wat nog veel verder buiten de orde was van nu af aan binnen de orde te halen.\\
 En wat hier buiten de orde is, is vooral ook tegen de orde. Dat is tegen de door God Zelf bepaalde rechtsorde. Volgens die orde is het ongeoorloofd dat één van partijen in geding een onbewezen vingerwijzing doet naar de andere partij in geding, aldus zichzelf als partij in geding buitenspelende. Volgens diezelfde orde is het de rechter in geding verboden //zulk// een vingerwijzing op te volgen door daarbij zelf gronden te gaan formuleren, aldus zichzelf makende tot partij in geding.\\ En wat hier buiten de orde is, is vooral ook tegen de orde. Dat is tegen de door God Zelf bepaalde rechtsorde. Volgens die orde is het ongeoorloofd dat één van partijen in geding een onbewezen vingerwijzing doet naar de andere partij in geding, aldus zichzelf als partij in geding buitenspelende. Volgens diezelfde orde is het de rechter in geding verboden //zulk// een vingerwijzing op te volgen door daarbij zelf gronden te gaan formuleren, aldus zichzelf makende tot partij in geding.\\
Regel 256: Regel 251:
 Nu heeft zo’n verklaring, hoe nadrukkelijk ook uitgesproken, in zichzelf uiteraard geen kracht. Men komt daarom altijd veel overtuigender over wanneer men zoiets niet met de mond nadrukkelijk verklaart maar wanneer men eenvoudig waarmaakt dat men als vergadering inderdaad recht en grond heeft een nadere verklaring van gevoelen te vragen. En juist daaraan schort het maar al te zeer in het synodale besluit ondanks de aangevoerde gronden. Die gronden bewijzen juist dat de synode geen recht en grond had tot hantering van het vijfde lid en dat zij niet metterdaad handelt tot bewaring van de zuivere leer. Overigens behoeft ons dat niet te verwonderen. Een synode die bewijst het recht niet te handhaven, handhaaft ook de waarheid niet.\\ Nu heeft zo’n verklaring, hoe nadrukkelijk ook uitgesproken, in zichzelf uiteraard geen kracht. Men komt daarom altijd veel overtuigender over wanneer men zoiets niet met de mond nadrukkelijk verklaart maar wanneer men eenvoudig waarmaakt dat men als vergadering inderdaad recht en grond heeft een nadere verklaring van gevoelen te vragen. En juist daaraan schort het maar al te zeer in het synodale besluit ondanks de aangevoerde gronden. Die gronden bewijzen juist dat de synode geen recht en grond had tot hantering van het vijfde lid en dat zij niet metterdaad handelt tot bewaring van de zuivere leer. Overigens behoeft ons dat niet te verwonderen. Een synode die bewijst het recht niet te handhaven, handhaaft ook de waarheid niet.\\
 Inzake het recht hebben we dat in deze paragraaf nu meer dan genoegzaam bewezen. Inzake de waarheid zal dat in de volgende paragraaf worden bewezen waar nog nader zal worden ingegaan op het besluit zelf en de daarbij aangevoerde gronden.\\ Inzake het recht hebben we dat in deze paragraaf nu meer dan genoegzaam bewezen. Inzake de waarheid zal dat in de volgende paragraaf worden bewezen waar nog nader zal worden ingegaan op het besluit zelf en de daarbij aangevoerde gronden.\\
-===== 6. De eis van het welomschreven Ondertekeningsformulier =====+==== 6. De eis van het welomschreven Ondertekeningsformulier ====
 In de tekst van het besluit zelf dat de synode op die 21e september nam staat geen woord Frans. Wij schrijven die tekst nog eens uit om de zaak duidelijk voor de aandacht te houden. De synode besloot:\\ In de tekst van het besluit zelf dat de synode op die 21e september nam staat geen woord Frans. Wij schrijven die tekst nog eens uit om de zaak duidelijk voor de aandacht te houden. De synode besloot:\\
 > in het kader van het vijfde lid van het Ondertekeningsformulier van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen van zijn gevoelen, zoals hij dat in de door hem gepubliceerde brochures heeft uitgedragen en in de brief van 21 februari 1984 kort heeft samengevat.\\ > in het kader van het vijfde lid van het Ondertekeningsformulier van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen van zijn gevoelen, zoals hij dat in de door hem gepubliceerde brochures heeft uitgedragen en in de brief van 21 februari 1984 kort heeft samengevat.\\
Regel 357: Regel 352:
 Hoezeer dat Woord waar is blijkt wel nu de synode dat geschenk hier met zoveel woorden aanneemt en tentoonstelt. Het is werkelijk een dwaze vertoning zonder inhoud.\\ Hoezeer dat Woord waar is blijkt wel nu de synode dat geschenk hier met zoveel woorden aanneemt en tentoonstelt. Het is werkelijk een dwaze vertoning zonder inhoud.\\
 En dat alleen al vanwege het hier onmogelijke woordje ‘mogelijk’, dat de synode gebruikt door te verklaren dat het haar //mogelijk// is aan het onderhavige verzoek te voldoen. Als zou iets wat een synode //kan// en //mag// doen kunnen en mógen dienen als grond voor wat zij //metterdaad// doet, meer nog, als grond voor wat zij //om gegronde reden// binnen eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid doet. Als dat metterdaad in geding is – en de synode heeft dat zelf èn in haar besluit èn in de eerste en tweede grond verklaard – dan is hoe dan ook nimmer ter zake doende wat een synode al dan niet kan en mag doen. Dan is uitsluitend in geding wat zij //schuldig// is te doen en dan kan zo’n besluit niet staan tenzij dan op wat de synode //behoort// te doen. Daarom kan deze derde grond dit besluit ook niet voor één procent staande houden.\\ En dat alleen al vanwege het hier onmogelijke woordje ‘mogelijk’, dat de synode gebruikt door te verklaren dat het haar //mogelijk// is aan het onderhavige verzoek te voldoen. Als zou iets wat een synode //kan// en //mag// doen kunnen en mógen dienen als grond voor wat zij //metterdaad// doet, meer nog, als grond voor wat zij //om gegronde reden// binnen eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheid doet. Als dat metterdaad in geding is – en de synode heeft dat zelf èn in haar besluit èn in de eerste en tweede grond verklaard – dan is hoe dan ook nimmer ter zake doende wat een synode al dan niet kan en mag doen. Dan is uitsluitend in geding wat zij //schuldig// is te doen en dan kan zo’n besluit niet staan tenzij dan op wat de synode //behoort// te doen. Daarom kan deze derde grond dit besluit ook niet voor één procent staande houden.\\
-Deze grond kan wel iets anders doen. En dat kan zij niet alleen, dat doet zij ook metterdaad. Zij //veroordeelt// het besluit voor honderd procent. Want nu de synode ook deze grond aanvoert verklaart zij zelf daarmee dat zij via haar besluit het verzoek van deze kerkeraad metterdaad inwilligt. En daarvan kan deze synode wel zeggen dat het haar mogelijk is dat te doen. Maar dat is dan ook niet meer dan wat deze generale synode zegt. Volgens het vijfde lid is dat onmogelijk. Dat wil zeggen //ongeoorloofd.// Dat is al wel voldoende bewezen in wat wij bij de beoordeling van de tweede grond hebben gezien met betrekking tot de eigen plaats en de eigen verantwoordelijkheid die het vijfde lid toekent aan de onderscheidene kerkelijke vergaderingen, waaronder ook en zelfs in de eerste plaats de kerkeraad wordt genoemd. Meent een kerkeraad daarom dat er gegronde reden is tot toepassing van het vijfde lid op zijn predikant – en dat meende de kerkeraad van Grootegast kennelijk gelet op zijn verzoek in dezen aan de synode – dan behoort het tot de eigen verantwoordelijkheid van die kerkeraad daartoe over te gaan. En hij behoort die verantwoordelijkheid niet door te schuiven naar een //andere// kerkelijke vergadering, zomin als een andere vergadering die verantwoordelijkheid op zich mag nemen en behoort te nemen. Dan laat zo’n kerkeraad na wat hij schuldig is zelf te doen en dan treedt die andere vergadering in de bevoegdheid des kerkeraads. En welke bevoegdheid de andere kerkelijke vergaderingen ook hebben, niet de bevoegdheid te treden in die van de kerkeraad. Daarom is het lijnrecht in strijd met het vijfde lid, ja met heel de gereformeerde kerkorde wat de synode in deze derde grond beweert. Het tegendeel is de waarheid. Hier wordt met een schijnberoep op eigen synodale verantwoordelijkheid andermans verantwoordelijkheid en bevoegdheid vertreden.\\ +Deze grond kan wel iets anders doen. En dat kan zij niet alleen, dat doet zij ook metterdaad. Zij //veroordeelt// het besluit voor honderd procent. Want nu de synode ook deze grond aanvoert verklaart zij zelf daarmee dat zij via haar besluit het verzoek van deze kerkeraad metterdaad inwilligt. En daarvan kan deze synode wel zeggen dat het haar mogelijk is dat te doen. Maar dat is dan ook niet meer dan wat deze generale synode zegt. Volgens het vijfde lid is dat onmogelijk. Dat wil zeggen //ongeoorloofd.// Dat is al wel voldoende bewezen in wat wij bij de beoordeling van de tweede grond hebben gezien met betrekking tot de eigen plaats en de eigen verantwoordelijkheid die het vijfde lid toekent aan de onderscheidene kerkelijke vergaderingen, waaronder ook en zelfs in de eerste plaats de kerkeraad wordt genoemd. Meent een kerkeraad daarom dat er gegronde reden is tot toepassing van het vijfde lid op zijn predikant – en dat meende de kerkeraad van Grootegast kennelijk gelet op zijn verzoek in dezen aan de synode – dan behoort het tot de eigen verantwoordelijkheid van die kerkeraad daartoe over te gaan. En hij behoort die verantwoordelijkheid niet door te schuiven naar een //andere// kerkelijke vergadering, zomin als een andere vergadering die verantwoordelijkheid op zich mag nemen en behoort te nemen. Dan laat zo’n kerkeraad na wat hij schuldig is zelf te doen en dan treedt die andere vergadering in de bevoegdheid des kerkeraads. En welke bevoegdheid de andere kerkelijke vergaderingen ook hebben, niet de bevoegdheid te treden in die van de kerkeraad. Daarom is het lijnrecht in strijd met het vijfde lid, ja met heel de gereformeerde kerkorde wat de synode in deze derde grond beweert. Het tegendeel is de waarheid. Hier wordt met een schijnberoep op eigen synodale verantwoordelijkheid andermans verantwoordelijkheid en bevoegdheid vertreden. 
-> //Aantekening hierbij [toegevoegd in de tweede druk]// + 
->  +<WRAP indent>//Aantekening hierbij [toegevoegd in de tweede druk]//\\  
-Ter bevestiging van wat wij stellen over de eigen plaats en bevoegdheid van de onderscheiden kerkelijke vergaderingen, waarbij het formulier van Dordrecht allereerst //de kerkeraad// noemt, valt nog te wijzen op het artikel ‘Het gegeven woord’ van prof. J. Kamphuis, opgenomen in diens bundel Verkenningen, deel III, blz. 38 e.v. De auteur wijst er in dat artikel op dat de synode van Dordrecht als opvallende verandering in vergelijking met reeds bestaande regionale formulieren aanbracht dat thans ook //de kerkeraad// met name genoemd wordt als adres waarnaar een predikant die bezwaren tegen enig stuk van de leer verkrijgt wordt verwezen (het betreft hier dus het derde lid). Tot dan toe bestaande regionale formulieren noemden hier alleen de clasis en de synode. Zo bijvoorbeeld het formulier van Gelderland, 1612, en van Groningen, 1613. Wat deze verandering betreft, merkt professor Kamphuis dan onder meer op: +Ter bevestiging van wat wij stellen over de eigen plaats en bevoegdheid van de onderscheiden kerkelijke vergaderingen, waarbij het formulier van Dordrecht allereerst //de kerkeraad// noemt, valt nog te wijzen op het artikel ‘Het gegeven woord’ van prof. J. Kamphuis, opgenomen in diens bundel Verkenningen, deel III, blz. 38 e.v. De auteur wijst er in dat artikel op dat de synode van Dordrecht als opvallende verandering in vergelijking met reeds bestaande regionale formulieren aanbracht dat thans ook //de kerkeraad// met name genoemd wordt als adres waarnaar een predikant die bezwaren tegen enig stuk van de leer verkrijgt wordt verwezen (het betreft hier dus het derde lid). Tot dan toe bestaande regionale formulieren noemden hier alleen de clasis en de synode. Zo bijvoorbeeld het formulier van Gelderland, 1612, en van Groningen, 1613. Wat deze verandering betreft, merkt professor Kamphuis dan onder meer op: 
- +> In de derde plaats is ook uit //principieel kerkrechtelijk// oogpunt de redactie van Dordrecht volkomen doorzichtig, wat alleen maar pleit voor de acuratesse en tegen de veronderstelde ‘slordigheid’ van Dordrecht. Deze synode heeft immers de lijn van de vorige synoden doorgetrokken wat de //presbyteriale// kerkregering betreft in haar redactie van de Kerkenordening. Zij heeft gezien, dat in de //presbyteriale// kerkregering uit de aard van de zaak de //kerkeraad// de centrale plaats heeft. Daarom heeft ze het blijkbaar als een lacune in de vroegere, regionale formulieren gevoeld dat daarin op dit punt van dit college niet gesproken wordt. Door dit wél een plaats te geven, heeft Dordrecht de hiërarchie weerstaan, die makkelijk op zou kunnen duiken, wanneer alleen de //meerdere// vergaderingen als het adres werden genoemd, waar de bezwaarde predikanten zich vervoegen konden.\\ Maar niet alleen moest in het formulier aan die kerkeraad //een// plaats maar ook de //eerste// plaats gegeven worden, wilde men de //presbyteriale// kerkregering trouw blijven11, terwijl daardoor tegelijk recht werd gedaan aan het beginel, dat uitdrukking had gevonden in art. 30 van de Kerkenordening: “In meerdere vergaderingen zal men niet handelen, dan ’t gene in mindere niet heeft afgehandeld kunnen worden”. Dat betkent, //dat het Ondertekeningsformulier is geredigeerd in het kader van de gereformeerde, anti-hiërarchische kerkregering, zoals deze uitgestippeld is in de Kerkenordening// en alleen in //dit// raam kan en mag worden geëxegetiseerd. Dordrecht betekende dus een aanzienlijke stap //vooruit// in de nauwere binding van het ondertekeningsformulier aan de Kerkenordening. Die winst geven we niet graag weer prijs! (a.w. blz. 44/45).\\ \\ 11. Vergelijk ook ds. A.J. Fanoy, Het ondertekeningsformulier van de Dienaren des Woords in Ger. Theol. Tijdschrift, 28ste jrg., bl. 592. 
-> In de derde plaats is ook uit //principieel kerkrechtelijk// oogpunt de redactie van Dordrecht volkomen doorzichtig, wat alleen maar pleit voor de acuratesse en tegen de veronderstelde ‘slordigheid’ van Dordrecht. Deze synode heeft immers de lijn van de vorige synoden doorgetrokken wat de //presbyteriale// kerkregering betreft in haar redactie van de Kerkenordening. Zij heeft gezien, dat in de //presbyteriale// kerkregering uit de aard van de zaak de //kerkeraad// de centrale plaats heeft. Daarom heeft ze het blijkbaar als een lacune in de vroegere, regionale formulieren gevoeld dat daarin op dit punt van dit college niet gesproken wordt. Door dit wél een plaats te geven, heeft Dordrecht de hiërarchie weerstaan, die makkelijk op zou kunnen duiken, wanneer alleen de //meerdere// vergaderingen als het adres werden genoemd, waar de bezwaarde predikanten zich vervoegen konden. +Wat prof. Kamphuis hier stelt dunkt ons volkomen terecht. En het geldt uiteraard niet alleen met betrekking tot het derde maar evenzeer met betrekking tot het vijfde lid. Hadden de synode van Heemse en haar adviseur hiermee maar gerekend! Dan hadden zij zich ervoor gewacht het verzoek van de kerkeraad in te willigen en in plaats daarvan evenals Dordrecht de hiërarchie weerstaan en recht gedaan aan het Ondertekeningsformulier, dat inderdaad is gebaseerd op de gereformeerde, anti-hiërarchische kerkregering, waarbinnen het onbestaanbaar is dat een synode de plaats en verantwoordelijkheid van de kerkeraad overneemt.</WRAP>\\
->  +
-Maar niet alleen moest in het formulier aan die kerkeraad //een// plaats maar ook de //eerste// plaats gegeven worden, wilde men de //presbyteriale// kerkregering trouw blijven11, terwijl daardoor tegelijk recht werd gedaan aan het beginel, dat uitdrukking had gevonden in art. 30 van de Kerkenordening: “In meerdere vergaderingen zal men niet handelen, dan ’t gene in mindere niet heeft afgehandeld kunnen worden”. Dat betkent, //dat het Ondertekeningsformulier is geredigeerd in het kader van de gereformeerde, anti-hiërarchische kerkregering, zoals deze uitgestippeld is in de Kerkenordening// en alleen in //dit// raam kan en mag worden geëxegetiseerd. Dordrecht betekende dus een aanzienlijke stap //vooruit// in de nauwere binding van het ondertekeningsformulier aan de Kerkenordening. Die winst geven we niet graag weer prijs! (a.w. blz. 44/45). +
->  +
-11. Vergelijk ook ds. A.J. Fanoy, Het ondertekeningsformulier van de Dienaren des Woords in Ger. Theol. Tijdschrift, 28ste jrg., bl. 592. +
->  +
-Wat prof. Kamphuis hier stelt dunkt ons volkomen terecht. En het geldt uiteraard niet alleen met betrekking tot het derde maar evenzeer met betrekking tot het vijfde lid. Hadden de synode van Heemse en haar adviseur hiermee maar gerekend! Dan hadden zij zich ervoor gewacht het verzoek van de kerkeraad in te willigen en in plaats daarvan evenals Dordrecht de hiërarchie weerstaan en recht gedaan aan het Ondertekeningsformulier, dat inderdaad is gebaseerd op de gereformeerde, anti-hiërarchische kerkregering, waarbinnen het onbestaanbaar is dat een synode de plaats en verantwoordelijkheid van de kerkeraad overneemt.\\+
 Intussen moet hier nog meer gezegd worden. Want de synode doet hier al te onschuldig. Als zou dit verzoek van de kerkeraad een ‘blanco’ verzoek zijn. Zeker, zo heeft de synode zelf dat verzoek wel voorgesteld onder punt 2 van het materiaal door daar niet meer te verklaren dan dat tijdens het gesprek met de kerkeraad deze aan de synode verzocht hem hulp te bieden “door van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen van zijn gevoelen dat intussen ook in brochures wordt uitgedragen”.\\ Intussen moet hier nog meer gezegd worden. Want de synode doet hier al te onschuldig. Als zou dit verzoek van de kerkeraad een ‘blanco’ verzoek zijn. Zeker, zo heeft de synode zelf dat verzoek wel voorgesteld onder punt 2 van het materiaal door daar niet meer te verklaren dan dat tijdens het gesprek met de kerkeraad deze aan de synode verzocht hem hulp te bieden “door van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen van zijn gevoelen dat intussen ook in brochures wordt uitgedragen”.\\
 Maar zo simpel liggen de zaken hier toch echt niet. Als zou hier niet meer te zeggen zijn en gezegd moeten worden. Dat is wel terdege het geval, ook al doet de synode het tegendeel voorkomen.\\ Maar zo simpel liggen de zaken hier toch echt niet. Als zou hier niet meer te zeggen zijn en gezegd moeten worden. Dat is wel terdege het geval, ook al doet de synode het tegendeel voorkomen.\\
Regel 423: Regel 412:
 We zijn benieuwd of de synode met die vragen tot de zaak zelf komt, tot de zaak dus die in het vijfde lid in geding is. Dat lid is volgens haar immers van toepassing.\\ We zijn benieuwd of de synode met die vragen tot de zaak zelf komt, tot de zaak dus die in het vijfde lid in geding is. Dat lid is volgens haar immers van toepassing.\\
 Onze volgende paragraaf geeft daarop het antwoord, reeds in het opschrift dat uiteraard nadere verklaring eist.\\ Onze volgende paragraaf geeft daarop het antwoord, reeds in het opschrift dat uiteraard nadere verklaring eist.\\
-===== 7. Een zichzelf veroordelende synode =====+==== 7. Een zichzelf veroordelende synode ====
 Na artikel 21 komt artikel 22 en na artikel 22 komt artikel 23. Dat spreekt wel voor zich. Hoewel we al hebben geleerd dat dit in de Handelingen van deze generale synode niet voor zich spreekt.\\ Na artikel 21 komt artikel 22 en na artikel 22 komt artikel 23. Dat spreekt wel voor zich. Hoewel we al hebben geleerd dat dit in de Handelingen van deze generale synode niet voor zich spreekt.\\
 De artikelen 19 en 20 bleken buiten de orde te vallen.\\ De artikelen 19 en 20 bleken buiten de orde te vallen.\\
Regel 537: Regel 526:
 Voor Hem is alleen verantwoord over de belijdenis te spreken als het eenvoudige Amen der Kerk op alleen het betrouwbare en absolute Woord van God, welk Woord alleen de enige, ware zin van de belijdenis bepaalt. Alles wat daar boven uitgaat is uit den boze.\\ Voor Hem is alleen verantwoord over de belijdenis te spreken als het eenvoudige Amen der Kerk op alleen het betrouwbare en absolute Woord van God, welk Woord alleen de enige, ware zin van de belijdenis bepaalt. Alles wat daar boven uitgaat is uit den boze.\\
 > En daarmee is hier genoeg gezegd.\\ > En daarmee is hier genoeg gezegd.\\
-===== 8. Samenvatting en nabeschouwing =====+==== 8. Samenvatting en nabeschouwing ====
 Wat we tot nu toe in dit tweede hoofdstuk in drie paragrafen naar voren hebben gebracht tegen het besluit van artikel 21 willen we thans in zijn hoofdzaak trachten samen te vatten.\\ Wat we tot nu toe in dit tweede hoofdstuk in drie paragrafen naar voren hebben gebracht tegen het besluit van artikel 21 willen we thans in zijn hoofdzaak trachten samen te vatten.\\
-> 1. Het besluit is onverantwoord omdat het in het licht van het voorstel van orde van 19 augustus 1984 blijk geeft van //onzuivere// rechtspraak. De synode verandert thans van de rechter in het geding tot partij in geding. Met het overnemen van het onzuivere verzoek van de kerkeraad, tijdens de hoorzitting gedaan, neemt zij ook de aanklagende en verdachtmakende rol van de kerkeraad over. Hoewel de synode in artikel 21 zegt te handelen in het kader van haar besluit van 19 augustus besluit zij metterdaad te handelen in een ander kader, namelijk dat van het vijfde lid van het Ondertekeningsformulier. + 
->  +  - Het besluit is onverantwoord omdat het in het licht van het voorstel van orde van 19 augustus 1984 blijk geeft van //onzuivere// rechtspraak. De synode verandert thans van de rechter in het geding tot partij in geding. Met het overnemen van het onzuivere verzoek van de kerkeraad, tijdens de hoorzitting gedaan, neemt zij ook de aanklagende en verdachtmakende rol van de kerkeraad over. Hoewel de synode in artikel 21 zegt te handelen in het kader van haar besluit van 19 augustus besluit zij metterdaad te handelen in een ander kader, namelijk dat van het vijfde lid van het Ondertekeningsformulier.\\ Deze verandering blijkt ook uit het feit dat het //eigenlijke// materiaal dat behoort bij het besluit van 19 augustus, namelijk de verslagen van de beide hoorzittingen, niet langer functioneert en plaats heeft gemaakt voor //oneigenlijk// materiaal, namelijk drie brochures en een verklaring van ds. Joh. Hoorn, met welk materiaal zonder enige verantwoording en derhalve losgemaakt van het geding tussen de kerkeraad en predikant wordt verder gewerkt. Daarbij blijft de door de synode zelf eerst aangewezen partij in geding, namelijk de kerkeraad, van nu af aan geheel buiten haar onderzoek.\\ Al met al treedt hier een partijdige rechter op die allesbehalve nauwgezet onderzoek doet. Voor deze synode bestaat metterdaad slechts één partij in het al jaren lopende geding “tussen de kerkeraad en de predikant van de gereformeerde Kerk te Grootegast”. 
-Deze verandering blijkt ook uit het feit dat het //eigenlijke// materiaal dat behoort bij het besluit van 19 augustus, namelijk de verslagen van de beide hoorzittingen, niet langer functioneert en plaats heeft gemaakt voor //oneigenlijk// materiaal, namelijk drie brochures en een verklaring van ds. Joh. +  Behalve dat de synode in haar nieuwe besluit het gebod van de zuivere rechtspraak schendt, doet zij datzelfde ook met het Ondertekeningsformulier. Zij neemt wei het besluit van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen maar zonder dat zij daarbij doet blijken dat te doen ‘om gegronde redenen terwille van de bewaring van de eenheid en zuiverheid in de leer’. Ook de gronden bij haar besluit doen die gegronde redenen niet blijken. Verder vertreedt de synode door haar besluit de eigen bevoegdheid en verantwoordelijkheid die een kerkeraad in dezen heeft volgens het vijfde lid, terwijl zij zichzelf hier een bevoegdheid en verantwoordelijkheid aanmatigt die zij volgens datzelfde lid niet heeft. Zij negeert dat dit lid spreekt van //onderscheidene// kerkelijke vergaderingen, die hier ieder op //eigen// plaats hun verantwoordelijkheid hebben en welke verantwoordelijkheid zich niet verder uitstrekt dan de vergadering zelf. In haar besluit werpt de synode zich ten onrechte op als algemeen toeziend voogd van de predikanten bij de Gereformeerde Kerken in Nederland.\\ Tegelijkertijd past de synode het vijfde lid hier toe losgemaakt van het ene, ongedeelde Ondertekeningsformulier, welk formulier in al zijn delen bindend is voor de dienaar en waarbij het tweede lid niet zonder gegronde reden aan het vijfde voorafgaat. Zonder enige nadere verantwoording plaatst zij de publikaties van de predikant in geding in het kader van het vijfde lid, waarbij zij zelfs diens publiceren als zodanig tegen hem in geding brengt. 
->  +  Ook in haar vragen die de synode een week later opstelde als nadere invulling van haar besluit doet zij geen gegronde redenen blijken. Haar vragen blijken geen bestaansrecht te hebben in het kader van het vijfde lid. Elke confrontatie met wat de belijdenis metterdaad leert ontbreekt en wat erger is, in haar vraagstelling geeft de synode er blijk van zichzelf niet te gronden op de leer die naar het Woord is. Zij blijkt de gezaghebbende zin van die leer uiteindelijk zelfs te ontlenen aan wat volgens haar altijd binnen de kerk als de zin van artikel 28 is aangewezen. Daardoor spreekt zij niet waarlijk gereformeerd naar het gereformeerde Ondertekeningsformulier en laat zij de belijdenis der Kerk niet waarlijk de belijdenis der Kerk die haar gezag uitsluitend ontleent aan het Woord van God en die als zodanig door de ware, gereformeerde kerken werd en wordt beleden naar de zin die zij volgens haar eigen woorden heeft. 
-Hoorn, met welk materiaal zonder enige verantwoording en derhalve losgemaakt van het geding tussen de kerkeraad en predikant wordt verder gewerkt. Daarbij blijft de door de synode zelf eerst aangewezen partij in geding, namelijk de kerkeraad, van nu af aan geheel buiten haar onderzoek. + 
->  +Wanneer de synode in haar eis aan een dienaar des Woords zich nader te verklaren er blijk van geeft onverantwoord te handelen ten aanzien van het recht en de waarheid, zal dat ook terugkomen in haar beoordeling van de door die dienaar gegeven nadere verklaring. De uitspraak die de synode van Heemse uiteindelijk dan ook zou doen bewijst dat wel. Het is een te veroordelen uitspraak geworden. Uiteindelijk veroordelenswaardig omdat zij onschriftuurlijk blijkt te zijn. In beginsel echter reeds te veroordelen omdat zij teruggaat op het onverantwoorde besluit van artikel 21. Wie daarom het onverantwoorde van dit besluit niet inziet en toestemt zal ook de hieruit voortgekomen leeruitspraak, zoals opgenomen in artikel 131 van de Acta van Heemse, niet veroordelen. Want het ene gaat hier samen op met het andere.\\ Intussen is nu meer dan genoegzaam bewezen dat dit tweede hoofdstuk terecht en niet zonder gegronde reden als titel meekreeg ‘Het onverantwoorde besluit’. In veel opzichten onverantwoord maar uiteindelijk onverantwoord om die twee die één zijn en altijd samen opgaan: //het recht en de waarheid.//\\
-Al met al treedt hier een partijdige rechter op die allesbehalve nauwgezet onderzoek doet. Voor deze synode bestaat metterdaad slechts één partij in het al jaren lopende geding “tussen de kerkeraad en de predikant van de gereformeerde Kerk te Grootegast”, +
->  +
-> 2. Behalve dat de synode in haar nieuwe besluit het gebod van de zuivere rechtspraak schendt, doet zij datzelfde ook met het Ondertekeningsformulier. Zij neemt wei het besluit van ds. Joh. Hoorn een nadere verklaring te vragen maar zonder dat zij daarbij doet blijken dat te doen ‘om gegronde redenen terwille van de bewaring van de eenheid en zuiverheid in de leer’. Ook de gronden bij haar besluit doen die gegronde redenen niet blijken. Verder vertreedt de synode door haar besluit de eigen bevoegdheid en verantwoordelijkheid die een kerkeraad in dezen heeft volgens het vijfde lid, terwijl zij zichzelf hier een bevoegdheid en verantwoordelijkheid aanmatigt die zij volgens datzelfde lid niet heeft. Zij negeert dat dit lid spreekt van //onderscheidene// kerkelijke vergaderingen, die hier ieder op //eigen// plaats hun verantwoordelijkheid hebben en welke verantwoordelijkheid zich niet verder uitstrekt dan de vergadering zelf. In haar besluit werpt de synode zich ten onrechte op als algemeen toeziend voogd van de predikanten bij de Gereformeerde Kerken in Nederland. +
->  +
-Tegelijkertijd past de synode het vijfde lid hier toe losgemaakt van het ene, ongedeelde Ondertekeningsformulier, welk formulier in al zijn delen bindend is voor de dienaar en waarbij het tweede lid niet zonder gegronde reden aan het vijfde voorafgaat. Zonder enige nadere verantwoording plaatst zij de publikaties van de predikant in geding in het kader van het vijfde lid, waarbij zij zelfs diens publiceren als zodanig tegen hem in geding brengt. +
->  +
-> 3. Ook in haar vragen die de synode een week later opstelde als nadere invulling van haar besluit doet zij geen gegronde redenen blijken. Haar vragen blijken geen bestaansrecht te hebben in het kader van het vijfde lid. Elke confrontatie met wat de belijdenis metterdaad leert ontbreekt en wat erger is, in haar vraagstelling geeft de synode er blijk van zichzelf niet te gronden op de leer die naar het Woord is. Zij blijkt de gezaghebbende zin van die leer uiteindelijk zelfs te ontlenen aan wat volgens haar altijd binnen de kerk als de zin van artikel 28 is aangewezen. Daardoor spreekt zij niet waarlijk gereformeerd naar het gereformeerde Ondertekeningsformulier en laat zij de belijdenis der Kerk niet waarlijk de belijdenis der Kerk die haar gezag uitsluitend ontleent aan het Woord van God en die als zodanig door de ware, gereformeerde kerken werd en wordt beleden naar de zin die zij volgens haar eigen woorden heeft.\\ +
-Wanneer de synode in haar eis aan een dienaar des Woords zich nader te verklaren er blijk van geeft onverantwoord te handelen ten aanzien van het recht en de waarheid, zal dat ook terugkomen in haar beoordeling van de door die dienaar gegeven nadere verklaring. De uitspraak die de synode van Heemse uiteindelijk dan ook zou doen bewijst dat wel. Het is een te veroordelen uitspraak geworden. Uiteindelijk veroordelenswaardig omdat zij onschriftuurlijk blijkt te zijn. In beginsel echter reeds te veroordelen omdat zij teruggaat op het onverantwoorde besluit van artikel 21. Wie daarom het onverantwoorde van dit besluit niet inziet en toestemt zal ook de hieruit voortgekomen leeruitspraak, zoals opgenomen in artikel 131 van de Acta van Heemse, niet veroordelen. Want het ene gaat hier samen op met het andere.\\ +
-Intussen is nu meer dan genoegzaam bewezen dat dit tweede hoofdstuk terecht en niet zonder gegronde reden als titel meekreeg ‘Het onverantwoorde besluit’. In veel opzichten onverantwoord maar uiteindelijk onverantwoord om die twee die één zijn en altijd samen opgaan: //het recht en de waarheid.//\\+
 Daarmee willen wij dit eerste deel eindigen in deze aprilmaand van het jaar van onze HEERE 1987. Deze HEERE is gisteren en heden Dezelfde en tot in de eeuwen. Zijn recht en waarheid liggen onveranderlijk vast in Zijn onveranderlijke Woord. Op dat Woord en daarop alleen zegt de christelijke Kerk de eeuwen door amen. Tot lof van haar God. Daarmee willen wij dit eerste deel eindigen in deze aprilmaand van het jaar van onze HEERE 1987. Deze HEERE is gisteren en heden Dezelfde en tot in de eeuwen. Zijn recht en waarheid liggen onveranderlijk vast in Zijn onveranderlijke Woord. Op dat Woord en daarop alleen zegt de christelijke Kerk de eeuwen door amen. Tot lof van haar God.

Paginahulpmiddelen