Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
brochures:1988_het-aanzien-van-artikel-28-ngb_een-beoordeling-van-de-door-spakenburg-in-navolging-van-heemse-voorgestelde-leer-omtrent-de-kerk [12-07-2024 om 17.16 uur] – Externe bewerking 127.0.0.1 | brochures:1988_het-aanzien-van-artikel-28-ngb_een-beoordeling-van-de-door-spakenburg-in-navolging-van-heemse-voorgestelde-leer-omtrent-de-kerk [13-07-2024 om 00.13 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 1: | Regel 1: | ||
- | Test====== Het aanzien van artikel 28 NGB. Een beoordeling van de door Spakenburg in navolging van Heemse voorgestelde leer omtrent de Kerk (1988) ====== | + | ====== Het aanzien van artikel 28 NGB. Een beoordeling van de door Spakenburg in navolging van Heemse voorgestelde leer omtrent de Kerk (1988) ====== |
===== Eerste aflevering ===== | ===== Eerste aflevering ===== | ||
//Geachte lezer//\\ | //Geachte lezer//\\ | ||
Regel 19: | Regel 19: | ||
Overigens heeft men deze publicatie niet nodig om de onjuistheid van de leer van Heemse-Spakenburg te zien Schrift en belijdenis zeggen in dezen genoeg. En die alleen zijn normatief voor de kerk.\\ | Overigens heeft men deze publicatie niet nodig om de onjuistheid van de leer van Heemse-Spakenburg te zien Schrift en belijdenis zeggen in dezen genoeg. En die alleen zijn normatief voor de kerk.\\ | ||
Lutjegast, 11 januari 1988.\\ | Lutjegast, 11 januari 1988.\\ | ||
- | ===== 1. Een fundamenteel hoofdstuk | + | ==== 1. Een fundamenteel hoofdstuk ==== |
De generale synode van Spakenburg-Noord 1987 deed in haar laatste vergaderweken een aantal uitspraken waarin zij de leer van de synode van Heemse 1984-1985 omtrent de Kerk handhaafde. Daarmee verwierp deze synode de argumentatie die door meerdere gereformeerde kerkleden bij haar was ingebracht tegen de door Heemse gegeven voorstelling van dit stuk van de leer.\\ | De generale synode van Spakenburg-Noord 1987 deed in haar laatste vergaderweken een aantal uitspraken waarin zij de leer van de synode van Heemse 1984-1985 omtrent de Kerk handhaafde. Daarmee verwierp deze synode de argumentatie die door meerdere gereformeerde kerkleden bij haar was ingebracht tegen de door Heemse gegeven voorstelling van dit stuk van de leer.\\ | ||
Afgezien van hun inhoud zijn de uitspraken van Spakenburg niet eenvoudig te volgen. Dit wordt uiteraard veroorzaakt door het feit dat de uitspraken grotendeels bestaan uit confrontatie met ingebrachte argumentatie, | Afgezien van hun inhoud zijn de uitspraken van Spakenburg niet eenvoudig te volgen. Dit wordt uiteraard veroorzaakt door het feit dat de uitspraken grotendeels bestaan uit confrontatie met ingebrachte argumentatie, | ||
Regel 34: | Regel 34: | ||
- De bezwaren inzake de weergave van het gevoelen (blz. 22-25)\\ | - De bezwaren inzake de weergave van het gevoelen (blz. 22-25)\\ | ||
Nadere kennisname van het //vierde// hoofdstuk, dat niet minder dan 16 blzz. telt, laat zien dat het rapport hier komt met een // | Nadere kennisname van het //vierde// hoofdstuk, dat niet minder dan 16 blzz. telt, laat zien dat het rapport hier komt met een // | ||
- | ===== 2. Eigen wijsheid | + | ==== 2. Eigen wijsheid ==== |
Het vierde hoofdstuk dat dus een nadere kritische beschouwing wil bieden van het gevoelen van ds. Hoorn, is onderverdeeld in een aantal paragrafen, welke paragrafen weer onderverdeeld zijn in een aantal punten.\\ | Het vierde hoofdstuk dat dus een nadere kritische beschouwing wil bieden van het gevoelen van ds. Hoorn, is onderverdeeld in een aantal paragrafen, welke paragrafen weer onderverdeeld zijn in een aantal punten.\\ | ||
Het is goed deze paragrafen nader te noemen. Het zijn de volgende:\\ | Het is goed deze paragrafen nader te noemen. Het zijn de volgende:\\ | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
Een van de onjuistheden die in de bij Spakenburg binnengekomen stukken werd aangewezen, was dat Heemse in haar beoordeling //haar uitgangspunt// | Een van de onjuistheden die in de bij Spakenburg binnengekomen stukken werd aangewezen, was dat Heemse in haar beoordeling //haar uitgangspunt// | ||
In elk geval: een synodaal rapport dat antwoord wil geven op de vraag of, en zo ja op welke wijze in het gevoelen van een predikant aan de breedheid van Christus’ kerkvergaderend werk tekort wordt gedaan, moet niet zelf tekort doen aan de (volg)orde van de confessie. Anders laat men zich leiden niet door confessionele wijsheid maar door eigen wijsheid.\\ | In elk geval: een synodaal rapport dat antwoord wil geven op de vraag of, en zo ja op welke wijze in het gevoelen van een predikant aan de breedheid van Christus’ kerkvergaderend werk tekort wordt gedaan, moet niet zelf tekort doen aan de (volg)orde van de confessie. Anders laat men zich leiden niet door confessionele wijsheid maar door eigen wijsheid.\\ | ||
- | ===== 3. Een artikel uit één stuk ===== | + | ==== 3. Een artikel uit één stuk ==== |
Om de orde van het rapport in acht te nemen, geven we nu dus eerst aandacht aan zijn uiteenzetting van artikel 28. Deze begint in punt 4.1.3.1. en wel als volgt:\\ | Om de orde van het rapport in acht te nemen, geven we nu dus eerst aandacht aan zijn uiteenzetting van artikel 28. Deze begint in punt 4.1.3.1. en wel als volgt:\\ | ||
> Dit artikel vertoont een duidelijke geleding.\\ | > Dit artikel vertoont een duidelijke geleding.\\ | ||
Regel 70: | Regel 70: | ||
Daarmee is tevens al bewezen dat het tweede gedeelte inhoudelijk niet een nieuw element toevoegt aan wat in het eerste gedeelte reeds is beleden als de schuldige plicht van allen. Dit blijkt ook uit het begin van het tweede gedeelte, namelijk ‘en opdat dit te beter onderhouden kan worden’. Deze formulering geeft aan dat ook thans in geding blijft wat voorheen reeds in geding was. Vandaar ook dat in de oorspronkelijke tekst van 1561 het tweede gedeelte eenvoudig zo kon beginnen: ‘dit is aller ge- loovighen schuldighe plicht’ enz. Een formulering die aangeeft hoe hecht de samenhang is van het begin en het vervolg. De draad wordt eenvoudig weer opgenomen. Artikel 28 kent één doorgaande lijn. Terwille van de doorgaande reformatie van de Kerk.\\ | Daarmee is tevens al bewezen dat het tweede gedeelte inhoudelijk niet een nieuw element toevoegt aan wat in het eerste gedeelte reeds is beleden als de schuldige plicht van allen. Dit blijkt ook uit het begin van het tweede gedeelte, namelijk ‘en opdat dit te beter onderhouden kan worden’. Deze formulering geeft aan dat ook thans in geding blijft wat voorheen reeds in geding was. Vandaar ook dat in de oorspronkelijke tekst van 1561 het tweede gedeelte eenvoudig zo kon beginnen: ‘dit is aller ge- loovighen schuldighe plicht’ enz. Een formulering die aangeeft hoe hecht de samenhang is van het begin en het vervolg. De draad wordt eenvoudig weer opgenomen. Artikel 28 kent één doorgaande lijn. Terwille van de doorgaande reformatie van de Kerk.\\ | ||
Men kan zeggen dat artikel 28 in zijn opbouw een duidelijke geleding vertoont. Maar het is een geleding terwille van de ene zaak die van meetaf aan in dit artikel in geding is, namelijk het ambt aller gelovigen. Dit ambt vertoont duidelijk geen geleding. Het is één en ongedeeld. Hier is dan ook het ambt aller gelovigen dat meekomt met de kerk aller gelovigen van artikel 27. En die kerk vertoont allesbehalve een duidelijke geleding. Maar dit laatste weet het rapport nog niet. Want het is niet bij artikel 27 begonnen maar bij artikel 28. En gelet op het beeld dat dit begin duidelijk te zien geeft, moet hieruit ook wel een kerk tevoorschijn komen die een duidelijke geleding vertoont.\\ | Men kan zeggen dat artikel 28 in zijn opbouw een duidelijke geleding vertoont. Maar het is een geleding terwille van de ene zaak die van meetaf aan in dit artikel in geding is, namelijk het ambt aller gelovigen. Dit ambt vertoont duidelijk geen geleding. Het is één en ongedeeld. Hier is dan ook het ambt aller gelovigen dat meekomt met de kerk aller gelovigen van artikel 27. En die kerk vertoont allesbehalve een duidelijke geleding. Maar dit laatste weet het rapport nog niet. Want het is niet bij artikel 27 begonnen maar bij artikel 28. En gelet op het beeld dat dit begin duidelijk te zien geeft, moet hieruit ook wel een kerk tevoorschijn komen die een duidelijke geleding vertoont.\\ | ||
- | ===== 4. Subjectivisme | + | ==== 4. Subjectivisme ==== |
Voordat we echter deze gelede kerk duidelijk in beeld krijgen in de volgende paragrafen van het rapport, willen we eerst nog stilstaan bij wat het rapport nader zegt over artikel 28. We gaan daartoe terug naar punt 4.1.3.1., waarvan we de inzet hiervoor reeds citeerden, namelijk ‘Dit artikel vertoont een duidelijke geleding’. Hierna gaat dit punt als volgt verder:\\ | Voordat we echter deze gelede kerk duidelijk in beeld krijgen in de volgende paragrafen van het rapport, willen we eerst nog stilstaan bij wat het rapport nader zegt over artikel 28. We gaan daartoe terug naar punt 4.1.3.1., waarvan we de inzet hiervoor reeds citeerden, namelijk ‘Dit artikel vertoont een duidelijke geleding’. Hierna gaat dit punt als volgt verder:\\ | ||
> Nadat in artikel 27 het geloof is beleden met betrekking tot de ene katholieke of algemene kerk, spreekt artikel 28 in de eerste plaats uit, wat niemand ten aanzien van deze kerk mag en wat ieder moet doen. Niemand mag zich van haar afzijdig houden om op zichzelf te blijven staan (of: zich op zichzelf houden om op zijn eigen persoon te staan). Maar ieder moet zich bij haar voegen en zich met haar verenigen (of: zij allen zijn schuldig zichzelf daarbij te voegen en daarmede te verenigen).\\ | > Nadat in artikel 27 het geloof is beleden met betrekking tot de ene katholieke of algemene kerk, spreekt artikel 28 in de eerste plaats uit, wat niemand ten aanzien van deze kerk mag en wat ieder moet doen. Niemand mag zich van haar afzijdig houden om op zichzelf te blijven staan (of: zich op zichzelf houden om op zijn eigen persoon te staan). Maar ieder moet zich bij haar voegen en zich met haar verenigen (of: zij allen zijn schuldig zichzelf daarbij te voegen en daarmede te verenigen).\\ | ||
Regel 86: | Regel 86: | ||
Dus moeten zij allen van dit door God vervloekte subjectivisme, | Dus moeten zij allen van dit door God vervloekte subjectivisme, | ||
Alles wat daar boven uitgaat is niet uit de Geest maar uit het vlees.\\ | Alles wat daar boven uitgaat is niet uit de Geest maar uit het vlees.\\ | ||
- | ===== 5. Het aanzien van artikel 28 NGB ===== | + | ==== 5. Het aanzien van artikel 28 NGB ==== |
Nadat het rapport dus vanuit het ‘niemand’, | Nadat het rapport dus vanuit het ‘niemand’, | ||
> Daarmee is de mogelijkheid gegeven, dat er onder hen zullen zijn, die om redenen van rang of stand of om welke reden ook, zich ten opzichte van de kerk individualistisch willen opstellen: zich van haar afzijdig houden en zich niet bij haar voegen, zich niet met haar verenigen. | > Daarmee is de mogelijkheid gegeven, dat er onder hen zullen zijn, die om redenen van rang of stand of om welke reden ook, zich ten opzichte van de kerk individualistisch willen opstellen: zich van haar afzijdig houden en zich niet bij haar voegen, zich niet met haar verenigen. | ||
Regel 148: | Regel 148: | ||
En zalig is wie hieraan geen aanstoot neemt.\\ | En zalig is wie hieraan geen aanstoot neemt.\\ | ||
Want zo en niet anders is de leer der zaligheid, die niet zonder reden leer //der zaligheid// heet.\\ | Want zo en niet anders is de leer der zaligheid, die niet zonder reden leer //der zaligheid// heet.\\ | ||
- | ===== 6. Dit alles ===== | + | ==== 6. Dit alles ==== |
Nadat het rapport dus mogelijkheid heeft gezien artikel 28 te plaatsen tegen de achtergrond van het partieel individualisme, | Nadat het rapport dus mogelijkheid heeft gezien artikel 28 te plaatsen tegen de achtergrond van het partieel individualisme, | ||
> Ieder moet zich bij haar voegen en zo voor zijn deel de eenheid van de kerk bewaren, zich onderwerpen aan\\ | > Ieder moet zich bij haar voegen en zo voor zijn deel de eenheid van de kerk bewaren, zich onderwerpen aan\\ | ||
Regel 248: | Regel 248: | ||
En daarmee stemt overeen dit stuk van de leer:\\ | En daarmee stemt overeen dit stuk van de leer:\\ | ||
> “Gelijk het God nu beliefd heeft dit zijn werk der genade door de prediking des Evangelies in ons //te beginnen,// alzo //bewaart, achtervolgt// | > “Gelijk het God nu beliefd heeft dit zijn werk der genade door de prediking des Evangelies in ons //te beginnen,// alzo //bewaart, achtervolgt// | ||
- | ===== 7. Het einde ===== | + | ==== 7. Het einde ==== |
Nadat het rapport in punt 4.1.3.1. aandacht heeft gegeven aan het eerste gedeelte van artikel 28, gaat het in het punt 4.1.3.2. in op het tweede gedeelte van dit artikel. Dat begint als volgt:\\ | Nadat het rapport in punt 4.1.3.1. aandacht heeft gegeven aan het eerste gedeelte van artikel 28, gaat het in het punt 4.1.3.2. in op het tweede gedeelte van dit artikel. Dat begint als volgt:\\ | ||
> Het tweede gedeelte van artikel 28 voegt hier een nieuw element aan toe, namelijk dat het ‘om dit alles des te beter te kunnen onderhouden’ de roeping is van alle gelovigen zich //af te scheiden// van hen die niet bij de kerk horen. Daarmee is impliciet de mogelijkheid aangegeven, dat er gelovigen zijn die leven in een gemeenschap of betrekkingen onderhouden, | > Het tweede gedeelte van artikel 28 voegt hier een nieuw element aan toe, namelijk dat het ‘om dit alles des te beter te kunnen onderhouden’ de roeping is van alle gelovigen zich //af te scheiden// van hen die niet bij de kerk horen. Daarmee is impliciet de mogelijkheid aangegeven, dat er gelovigen zijn die leven in een gemeenschap of betrekkingen onderhouden, | ||
Regel 339: | Regel 339: | ||
Intussen oordele de lezer zelf. Daartoe is hij zeker in staat. Als hij zich tenminste laat leiden door de Geest der waarheid, die de Kerk leert te zeggen: het Woord, dat zullen zij laten staan.\\ | Intussen oordele de lezer zelf. Daartoe is hij zeker in staat. Als hij zich tenminste laat leiden door de Geest der waarheid, die de Kerk leert te zeggen: het Woord, dat zullen zij laten staan.\\ | ||
ds. J. Hoorn\\ | ds. J. Hoorn\\ | ||
- | ===== 8. Ook een wordende kerk? ===== | + | ==== 8. Ook een wordende kerk? ==== |
In onze eerste aflevering gaven we uitvoerig aandacht aan het eerste onderdeel van het vierde hoofdstuk van het rapport. Het is een hoofdstuk waarin het rapport verklaart te zullen komen met een eigen kritische beschouwing van het gevoelen van schrijver dezes. Daarbij zagen we dat in het eerste onderdeel van dit hoofdstuk //artikel 28// in geding werd gebracht, hoewel we tegelijkertijd zagen dat uiteindelijk zonder dit artikel werd geëindigd. Dat wil zeggen zonder dat op grond van dit artikel de balans werd opgemaakt, zodat daaruit zou kunnen blijken of, en zo ja, hoe en waar schrijver dezes leert //in strijd met dit artikel.// | In onze eerste aflevering gaven we uitvoerig aandacht aan het eerste onderdeel van het vierde hoofdstuk van het rapport. Het is een hoofdstuk waarin het rapport verklaart te zullen komen met een eigen kritische beschouwing van het gevoelen van schrijver dezes. Daarbij zagen we dat in het eerste onderdeel van dit hoofdstuk //artikel 28// in geding werd gebracht, hoewel we tegelijkertijd zagen dat uiteindelijk zonder dit artikel werd geëindigd. Dat wil zeggen zonder dat op grond van dit artikel de balans werd opgemaakt, zodat daaruit zou kunnen blijken of, en zo ja, hoe en waar schrijver dezes leert //in strijd met dit artikel.// | ||
We gaan nu letten op het tweede onderdeel dat weer onderverdeeld is in een // | We gaan nu letten op het tweede onderdeel dat weer onderverdeeld is in een // | ||
Regel 353: | Regel 353: | ||
Evenmin is een wordende kerk een kerk. Althans niet de kerk der gelovigen. Want die kerk //is er// volgens haar eigen belijdenis, die naar het Woord is. Eenmaal door dit scheppende Woord //tot aanzijn geroepen, is zij er altijd.// En //wordt// zij derhalve nimmer. Want wat is, wordt niet. Tenzij het niet is.\\ | Evenmin is een wordende kerk een kerk. Althans niet de kerk der gelovigen. Want die kerk //is er// volgens haar eigen belijdenis, die naar het Woord is. Eenmaal door dit scheppende Woord //tot aanzijn geroepen, is zij er altijd.// En //wordt// zij derhalve nimmer. Want wat is, wordt niet. Tenzij het niet is.\\ | ||
Het is dan ook onbestaanbaar om van één en dezelfde kerk te zeggen dat zij èn is èn wordt. Het eerste sluit het laatste uit. Wat eenmaal bestaat en altijd zal bestaan, ontstaat nimmermeer. Dat is wel duidelijk. Evenals wel duidelijk is dat de kerk bestaat en bestond en zal bestaan. Het rapport stemt dat zelf toe. Maar laat het daar dan ook eenvoudig bij blijven en daarnaast niet het pleit willen voeren voor een // | Het is dan ook onbestaanbaar om van één en dezelfde kerk te zeggen dat zij èn is èn wordt. Het eerste sluit het laatste uit. Wat eenmaal bestaat en altijd zal bestaan, ontstaat nimmermeer. Dat is wel duidelijk. Evenals wel duidelijk is dat de kerk bestaat en bestond en zal bestaan. Het rapport stemt dat zelf toe. Maar laat het daar dan ook eenvoudig bij blijven en daarnaast niet het pleit willen voeren voor een // | ||
- | ===== 9. De Schrift hierover | + | ==== 9. De Schrift hierover ==== |
Het valt dan ook op dat het rapport zich voor zijn spreken van een wordende kerk niet eenvoudig op //de belijdenis// | Het valt dan ook op dat het rapport zich voor zijn spreken van een wordende kerk niet eenvoudig op //de belijdenis// | ||
Het rapport acht dit Schriftberoep onjuist en schrijft dan in punt 4.2.3.:\\ | Het rapport acht dit Schriftberoep onjuist en schrijft dan in punt 4.2.3.:\\ | ||
Regel 393: | Regel 393: | ||
Tot onze waarschuwing. Opdat wij in het heden der genade aan de woorden der profetie niet af of toe doen.\\ | Tot onze waarschuwing. Opdat wij in het heden der genade aan de woorden der profetie niet af of toe doen.\\ | ||
\\ | \\ | ||
- | ===== 10. De enige Kerk, niet de eigenlijke kern ===== | + | ==== 10. De enige Kerk, niet de eigenlijke kern ==== |
Het rapport strijdt dus voor een kerk die is en die wordt en het strijdt daarom tegen ‘Een enige Kerk’, die van geen wordende Kerk wil weten.\\ | Het rapport strijdt dus voor een kerk die is en die wordt en het strijdt daarom tegen ‘Een enige Kerk’, die van geen wordende Kerk wil weten.\\ | ||
De strijd die het rapport daartoe is begonnen in de punten 4.2.2 en 4.2.3 (punt 4.2.7 is niet meer dan een aanloop), krijgt haar vervolg in de punten 4.2.4 t/m 4.2.7. Alleen is dit niet een vervolg zonder meer. Het rapport slaat nu, om ons niet te hard uit te drukken, een ietwat andere toon aan en het komt met ietwat ander materiaal.\\ | De strijd die het rapport daartoe is begonnen in de punten 4.2.2 en 4.2.3 (punt 4.2.7 is niet meer dan een aanloop), krijgt haar vervolg in de punten 4.2.4 t/m 4.2.7. Alleen is dit niet een vervolg zonder meer. Het rapport slaat nu, om ons niet te hard uit te drukken, een ietwat andere toon aan en het komt met ietwat ander materiaal.\\ | ||
Regel 469: | Regel 469: | ||
O Jeruzalem, indien ik u vergeet en u niet verhef boven mijn hoogste vreugde. O Jeruzalem, indien ik uw taal vergeet en mijzelf verhef boven allen.\\ | O Jeruzalem, indien ik u vergeet en u niet verhef boven mijn hoogste vreugde. O Jeruzalem, indien ik uw taal vergeet en mijzelf verhef boven allen.\\ | ||
\\ | \\ | ||
- | ===== 11. Maar dan zeggen we ===== | + | ==== 11. Maar dan zeggen we ==== |
Ja, we zouden nog terugkomen op de rest van die conclusie, die in haar begin trefzeker bleek te zijn maar die in haar einde al te vooringenomen is. Om dat te zien herschrijven we haar eerst in haar geheel:\\ | Ja, we zouden nog terugkomen op de rest van die conclusie, die in haar begin trefzeker bleek te zijn maar die in haar einde al te vooringenomen is. Om dat te zien herschrijven we haar eerst in haar geheel:\\ | ||
Met andere woorden, de kerk is hier en nu en telkens het vergader-// | Met andere woorden, de kerk is hier en nu en telkens het vergader-// | ||
Regel 535: | Regel 535: | ||
Het betoog dat het rapport hier ophangt in het tweede gedeelte van punt 4.2.4. heeft de schijn voor zich, niet de waarheid. Die vindt het hier (en overal) tegenover zich.\\ | Het betoog dat het rapport hier ophangt in het tweede gedeelte van punt 4.2.4. heeft de schijn voor zich, niet de waarheid. Die vindt het hier (en overal) tegenover zich.\\ | ||
\\ | \\ | ||
- | ===== 12. Exsurge Domine | + | ==== 12. Exsurge Domine ==== |
In punt 4.2.5. tracht het rapport zijn betoog uit 4.2.4. nader te onderbouwen. Echter ook wat het rapport hier inbrengt tegen het spreken van schrijver dezes, zet geen zoden aan de dijk. Ieder kan dat gemakkelijk constateren. Wij wijzen op het volgende.\\ | In punt 4.2.5. tracht het rapport zijn betoog uit 4.2.4. nader te onderbouwen. Echter ook wat het rapport hier inbrengt tegen het spreken van schrijver dezes, zet geen zoden aan de dijk. Ieder kan dat gemakkelijk constateren. Wij wijzen op het volgende.\\ | ||
Ter ondersteuning van het zeggen der belijdenis dat de kerk is een vergadering of samenkomst der gelovigen, wezen we op een aantal Schriftplaatsen uit Oude en Nieuwe Testament die ons laten zien dat het volk van God bijeenkomt en ook behoort bijeen te komen in de heilige samenkomsten. Daarbij wezen we ook op 1 Cor. 14:26 waar Paulus begint met: ‘Telkens als gij samenkomt’.\\ | Ter ondersteuning van het zeggen der belijdenis dat de kerk is een vergadering of samenkomst der gelovigen, wezen we op een aantal Schriftplaatsen uit Oude en Nieuwe Testament die ons laten zien dat het volk van God bijeenkomt en ook behoort bijeen te komen in de heilige samenkomsten. Daarbij wezen we ook op 1 Cor. 14:26 waar Paulus begint met: ‘Telkens als gij samenkomt’.\\ |