Ds. J. Hoorn

verzamelde werken


brochures:1984_de-troost-der-kerk-beleden_antwoord-aan-ds-hj-boiten

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

brochures:1984_de-troost-der-kerk-beleden_antwoord-aan-ds-hj-boiten [11-07-2024 om 11.33 uur] – aangemaakt ds. J.H. Zwartbrochures:1984_de-troost-der-kerk-beleden_antwoord-aan-ds-hj-boiten [11-07-2024 om 11.36 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-//Ter inleiding//\\+====== De troost der kerk beleden. Antwoord aan ds. H.J. Boiten (1984) ====== 
 +===== Ter inleiding =====
 In het blad Petah-ja van april 1984 schreef ds. H.J. Boiten, voorzitter van de mannenbond, een artikel, waarin hij een bespreking gaf van mijn boekje ‘Een enige Kerk, de troost van de ware gelovigen’. Daarbij schreef ds. Boiten onder de titel: De troost der kerk vertroebeld//.//\\ In het blad Petah-ja van april 1984 schreef ds. H.J. Boiten, voorzitter van de mannenbond, een artikel, waarin hij een bespreking gaf van mijn boekje ‘Een enige Kerk, de troost van de ware gelovigen’. Daarbij schreef ds. Boiten onder de titel: De troost der kerk vertroebeld//.//\\
 Ik acht het nodig op deze bespreking te reageren. Niet om daarmee eigen boekje te verdedigen, maar wel om de zaak, waarom ik schreef, namelijk een bijdrage leveren tot het recht verstaan van wat Schrift en belijdenis ons leren te geloven en te belijden inzake de Kerk. We zijn van oordeel, dat de voorzitter van de mannenbond in zijn artikel een dergelijke bijdrage niet heeft geleverd en willen dat trachten duidelijk te maken mei deze publicatie. Daarbij zullen we het artikel van ds. Boiten op de voet volgen met inachtneming van de door hem aangebrachte onderverdeling. Onder punt //a// wordt door letterlijk citeren of door samenvatting weergegeven wat ds. Boiten onder het desbetreffende kopje schreef. Daarna volgt onder punt //b// steeds mijn reactie daarop.\\ Ik acht het nodig op deze bespreking te reageren. Niet om daarmee eigen boekje te verdedigen, maar wel om de zaak, waarom ik schreef, namelijk een bijdrage leveren tot het recht verstaan van wat Schrift en belijdenis ons leren te geloven en te belijden inzake de Kerk. We zijn van oordeel, dat de voorzitter van de mannenbond in zijn artikel een dergelijke bijdrage niet heeft geleverd en willen dat trachten duidelijk te maken mei deze publicatie. Daarbij zullen we het artikel van ds. Boiten op de voet volgen met inachtneming van de door hem aangebrachte onderverdeling. Onder punt //a// wordt door letterlijk citeren of door samenvatting weergegeven wat ds. Boiten onder het desbetreffende kopje schreef. Daarna volgt onder punt //b// steeds mijn reactie daarop.\\
Regel 169: Regel 170:
 Laten we elkaar toch vanuit die taal aanspreken en elkaar daarin onderwijzen. De kerk is nooit te oud om die taal telkens opnieuw //te leren// spreken, te leren //naspreken.// Zolang zij deze taal leert spreken, wordt zij niet oud maar telkens weer verjongd en vernieuwd en blijft zij fris en groen, om te verkondigen, dat de HEERE waarachtig is, haar rots in Wie geen onrecht is. En die lofzang is haar blijdschap en rijkdom, zoals de dichter van Psalm 119 zegt:\\ Laten we elkaar toch vanuit die taal aanspreken en elkaar daarin onderwijzen. De kerk is nooit te oud om die taal telkens opnieuw //te leren// spreken, te leren //naspreken.// Zolang zij deze taal leert spreken, wordt zij niet oud maar telkens weer verjongd en vernieuwd en blijft zij fris en groen, om te verkondigen, dat de HEERE waarachtig is, haar rots in Wie geen onrecht is. En die lofzang is haar blijdschap en rijkdom, zoals de dichter van Psalm 119 zegt:\\
 > In de weg van uw getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom, (vs. 14)\\ > In de weg van uw getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom, (vs. 14)\\
-//Aanhangsel//\\ +===== Aanhangsel ===== 
-Na het gereedkomen van deze brochure lazen we in de Dogmatiek van de Zuidafrikaanse dr. J. A. Heyns nog eens het hoofdstuk over de Kerk door. Deze Dogmatiek wordt sedert de cursus 1981/1982 gebruikt als leerboek aan onze Hogeschool. In verband met wat in de brochure onder de punten 7a, 7b, 10a en 10b aan de orde is en het verwijt van ds. Boiten aan mijn adres, dat ik er een duidelijk statisch kerkbegrip op nahoudt, wil ik hier weergeven wat dr. Heyns schrijft onder het kopje ‘Die kerk as uitgeroepenes’ (pag. 359, 2e druk):\\ +Na het gereedkomen van deze brochure lazen we in de Dogmatiek van de Zuidafrikaanse dr. J. A. Heyns nog eens het hoofdstuk over de Kerk door. Deze Dogmatiek wordt sedert de cursus 1981/1982 gebruikt als leerboek aan onze Hogeschool. In verband met wat in de brochure onder de punten 7a, 7b, 10a en 10b aan de orde is en het verwijt van ds. Boiten aan mijn adres, dat ik er een duidelijk statisch kerkbegrip op nahoudt, wil ik hier weergeven wat dr. Heyns schrijft onder het kopje ‘Die kerk as uitgeroepenes’ (pag. 359, 2e druk): 
-//Die kerk as uitgeroepenes.// Meermale word die kerk in die Skrif geroepenes of ook uitgeroepenes genoem. Van God het die roepstem uitgegaan en deur die gelowige aanvaarding daarvan het die gelowiges hulleself verbind om Hom en Hom alleen te volg (Rom. 1:6; 1 Kor. 1:23, 24: Judas 1; Openb. 17:14). In hierdie verband kan ook die woord //ekklesia// genoem word. In Griekeland het hierdie woord ‘n volksvergadering aangedui wat deur ‘n herout byeengeroep is. //Uit// die inwoners van ‘n stad wat gewoonlik meer as een nasionaliteit ingesluit het, is alleen die Griekse burgers weg- of bveengeroep om as //vergadering// saam te kom. Die uitgeroepenes (ek-kletoi) kom dus vir ‘n volksvergadering byeen en terwyl hulle in sitting is, word hulle ‘n //ekklesia// genoem. Voorbeelde van hierdie gebruik vind ons ook in die Skrif: Hand. 19:32,39,40. Maar die eintlike Bybelse betekenis verkry die woord ekklesia wanneer die LXX nog voor die Nuwe Testament, dit gebruik as vertaling vir die Hebreeuse //qahal// (bv. in Gen. 49:6; Num. 22:4, 16:33). In die Nuwe Testament word ekklesia in die enkelvoud gebruik om ‘n bepaalde lokale kerk aan te dui (Rom. 16:1; Hand. 8:1. 13:1; Gal. 1:13; I Kor. 15:9) of in die meervoud om ‘n verskeidenheid van kerke aan te wys (2 Kor. 11:8, 12:13; Hand. 15:41). Die kerk as uitgeroepenes beteken samevattend: God roep mense byeen en dit is nie ‘n insidentele gebeure nie, maar ‘n essensiële gebeure met ‘n vaste struktuur en organisasie. Die ekklesia hou nie op om te bestaan as hy nie byeen is nie; dan funksioneer hy net nie as ekklesia en tree nie in dié verskyningsvorm op nie. Die ekklesia is nie ‘n statiese grootheid nie, maar ‘n gebeure wat steeds weer plaasvind. God is voortdurend besig met sy byeenroeping en voortdurend is mense daaraan gehoorsaam. Steeds meer mense gehoorsaam sy roepstem, en steeds gehoorsaam mense al meer en meer.\\+//Die kerk as uitgeroepenes.// Meermale word die kerk in die Skrif geroepenes of ook uitgeroepenes genoem. Van God het die roepstem uitgegaan en deur die gelowige aanvaarding daarvan het die gelowiges hulleself verbind om Hom en Hom alleen te volg (Rom. 1:6; 1 Kor. 1:23, 24: Judas 1; Openb. 17:14). In hierdie verband kan ook die woord //ekklesia// genoem word. In Griekeland het hierdie woord ‘n volksvergadering aangedui wat deur ‘n herout byeengeroep is. //Uit// die inwoners van ‘n stad wat gewoonlik meer as een nasionaliteit ingesluit het, is alleen die Griekse burgers weg- of bveengeroep om as //vergadering// saam te kom. Die uitgeroepenes (ek-kletoi) kom dus vir ‘n volksvergadering byeen en terwyl hulle in sitting is, word hulle ‘n //ekklesia// genoem. Voorbeelde van hierdie gebruik vind ons ook in die Skrif: Hand. 19:32,39,40. Maar die eintlike Bybelse betekenis verkry die woord ekklesia wanneer die LXX nog voor die Nuwe Testament, dit gebruik as vertaling vir die Hebreeuse //qahal// (bv. in Gen. 49:6; Num. 22:4, 16:33). In die Nuwe Testament word ekklesia in die enkelvoud gebruik om ‘n bepaalde lokale kerk aan te dui (Rom. 16:1; Hand. 8:1. 13:1; Gal. 1:13; I Kor. 15:9) of in die meervoud om ‘n verskeidenheid van kerke aan te wys (2 Kor. 11:8, 12:13; Hand. 15:41). Die kerk as uitgeroepenes beteken samevattend: God roep mense byeen en dit is nie ‘n insidentele gebeure nie, maar ‘n essensiële gebeure met ‘n vaste struktuur en organisasie. Die ekklesia hou nie op om te bestaan as hy nie byeen is nie; dan funksioneer hy net nie as ekklesia en tree nie in dié verskyningsvorm op nie. Die ekklesia is nie ‘n statiese grootheid nie, maar ‘n gebeure wat steeds weer plaasvind. God is voortdurend besig met sy byeenroeping en voortdurend is mense daaraan gehoorsaam. Steeds meer mense gehoorsaam sy roepstem, en steeds gehoorsaam mense al meer en meer.
 Ik meen dat wat ik op het betreffende punt in mijn boekje “Een enige Kerk” heb geschreven (zie met name blz. 16-22) overeenstemt met wat dr. Heyns hier schrijft. Duidelijk laat dr. Heyns ons hier zien dat het vergaderen door Christus niet maar een eenmalige iets is in het leven van de gelovigen, maar een telkens terugkerend iets, waardoor Hij hen levende leden doet zijn van Zijn kerk.\\ Ik meen dat wat ik op het betreffende punt in mijn boekje “Een enige Kerk” heb geschreven (zie met name blz. 16-22) overeenstemt met wat dr. Heyns hier schrijft. Duidelijk laat dr. Heyns ons hier zien dat het vergaderen door Christus niet maar een eenmalige iets is in het leven van de gelovigen, maar een telkens terugkerend iets, waardoor Hij hen levende leden doet zijn van Zijn kerk.\\
 J. Hoorn J. Hoorn

Paginahulpmiddelen