Ds. J. Hoorn

verzamelde werken


Zijbalk

overdenkingen:1979_bijbels-dagboek-de-kracht-van-hunne-kracht:11-07_jeremia-1_9

7 november - Jeremia 1:9

Lezen: Jesaja 6:1-81 In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Here zitten op een hoge en verheven troon en zijn zomen vulden de tempel. 2 Serafs stonden boven Hem; ieder had zes vleugels: met twee bedekte hij zijn aangezicht, met twee bedekte hij zijn voeten en met twee vloog hij. 3 En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is de Here der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol. 4 En de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met rook. 5 Toen zeide ik: Wee mij, ik ga ten onder, want ik ben een man, onrein van lippen, en woon te midden van een volk, dat onrein van lippen is, - en mijn ogen hebben de Koning, de Here der heerscharen, gezien. 6 Maar één der serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar genomen had; 7 hij raakte mijn mond daarmede aan en zeide: Zie, deze heeft uw lippen aangeraakt; nu is uw ongerechtigheid geweken en uw zonde verzoend. 8 Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.

“Toen strekte de Here zijn hand uit en roerde mijn mond aan, en de Here zeide tot mij: Zie, Ik leg mijn woorden in uw mond”.

Jeremia is opgeroepen om te profeteren tegen de afval in de kerk. En profeteren is niet: je eigen woord spreken; niet: je eigen mening naar voren brengen. Het is niet: zo denk ik erover en dat vind ik ervan. Profeteren is: de woorden Gods spreken, en dat niet vrijblijvend maar met dwang van geloof en bekering! Profeteren is: zo zegt de Heere; tot de wet en tot de getuigenis, voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad! Maar wie is dan tot deze dienst bekwaam? Nu, van zichzelf niemand. Want ieder mens is zondaar, die van zichzelf de wil van God niet kent noch die begeert na te spreken. Alles wat uit ons eigen hart voortkomt is altijd valse profetie. Geen mens, die van zichzelf profeet van de heilige God kan zijn. Dat gold ook voor de mens Jeremia. Maar wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Let maar op Jeremia: de Heere strekte Zijn hand uit en roerde Jeremia’s mond aan, en de Heere zeide tot hem: Zie, Ik leg Mijn woorden in uw mond. De Heere neemt de zonde van Jeremia’s mond weg en legt dan Zijn heilig woord in deze geheiligde mond. Zo werd Jeremia gemaakt tot gevolmachtigde van de Heere, die de woorden Gods kon spreken en ook metterdaad sprak. Wat een genadevol wonder voor Jeremia. De Heere had zijn schuld verzoend en zijn ongerechtigheid weggenomen. Nu kon hij het heilig woord van God spreken. De Geest van God maakte hem daartoe gewillig en bereid. Maar wat ook een zware verantwoordelijkheid. Nu mocht hij ook nooit anders dan alleen het woord van de Heere spreken. Hij had te strijden tegen alles wat zijn eigen arglistig hart hem ingaf.

Het werk van de Heere aan deze profeet is in Jezus Christus vervuld. Die Christus heeft niet alleen de schuld van Zijn volk verzoend, maar ons ook de wil van God volkomen geopenbaard. Die wil van God staat voor u neergeschreven in de Heilige Schrift. Dus moet u als door het bloed en de Geest van Christus geheiligde profeten die Schrift naspreken.

Zingen: Psalm 70:33 Ik ben nooddruftig, arm en naakt;
O God, mijn Helper uit ellenden!
Haast U tot mij; wil bijstand zenden;
Uw komst is 't, die mijn heil volmaakt.


Paginahulpmiddelen