Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Volgende revisie | Vorige revisie | ||
overdenkingen:1989.2001_uit-de-schrift_overdenkingen-uit-kerkblad-clavis:19_psalm-110_3_2000-07 [12-07-2024 om 23.18 uur] – aangemaakt - Externe bewerking 127.0.0.1 | overdenkingen:1989.2001_uit-de-schrift_overdenkingen-uit-kerkblad-clavis:19_psalm-110_3_2000-07 [13-07-2024 om 19.34 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 2: | Regel 2: | ||
//“Uw volk is een en al gewilligheid ten dage van uw heerban; in heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraad de dauw uwer jonge mannen voor u op.”// | //“Uw volk is een en al gewilligheid ten dage van uw heerban; in heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraad de dauw uwer jonge mannen voor u op.”// | ||
- | De inhoud van Psalm 110 samenvattend zegt de Statenbijbel van deze Psalm dat hij een kort begrip is van het ganse evangelie. En dat is vast en zeker ook het geval. Want deze zo bekende Psalm, die vaker dan enige andere Psalm wordt aangehaald in het Nieuwe Testament, profeteert van de Heere Jezus, van zijn koninklijke, | + | De inhoud van Psalm 110 samenvattend zegt de Statenbijbel van deze Psalm dat hij een kort begrip is van het ganse evangelie. En dat is vast en zeker ook het geval. Want deze zo bekende Psalm, die vaker dan enige andere Psalm wordt aangehaald in het Nieuwe Testament, profeteert van de Heere Jezus, van zijn koninklijke, |
Psalm 110 is dus geen schepping van Davids eigen geest, maar van de Geest van God, die weet wat in God is, die de Geest is van wijsheid en openbaring, van Wie al de Psalmen zijn ingegeven en heel de Bijbel is geïnspireerd. Deze Geest is de eerste Auteur van onze psalm. Dit lied staat daarom niet op zichzelf, maar vormt één geheel met de overige Psalmen en met al de Schriften. Zo kan de Psalm metterdaad een kort begrip zijn van heel het evangelie.\\ | Psalm 110 is dus geen schepping van Davids eigen geest, maar van de Geest van God, die weet wat in God is, die de Geest is van wijsheid en openbaring, van Wie al de Psalmen zijn ingegeven en heel de Bijbel is geïnspireerd. Deze Geest is de eerste Auteur van onze psalm. Dit lied staat daarom niet op zichzelf, maar vormt één geheel met de overige Psalmen en met al de Schriften. Zo kan de Psalm metterdaad een kort begrip zijn van heel het evangelie.\\ | ||
- | Wanneer David deze psalm precies heeft gedicht, weten we niet. Al evenmin horen we van enige concrete aanleiding of omstandigheid, | + | Wanneer David deze psalm precies heeft gedicht, weten we niet. Al evenmin horen we van enige concrete aanleiding of omstandigheid, |
Vast en zeker is het deze triomfantelijke opgang van Davids koningschap, | Vast en zeker is het deze triomfantelijke opgang van Davids koningschap, | ||
Het is een koningschap, | Het is een koningschap, | ||
Want zo begint David de Psalm: De Heere heeft tot mijn Heere gesproken. Letterlijk staat er: Godsspraak van de Heere tot mijn Heere. Het is het begin, waarin David het Koningschap van zijn Heere eenvoudig van boven laat zijn uit God, Wiens wil wet en Wiens woord alles beslissend is. Mensen komen hieraan niet te pas en vlees en bloed veranderen hier niets. Het betreft hier anders gezegd een koningschap dat vast en bondig is gemaakt op hoogheilig niveau, niet maar tussen mensen en mensen, zelfs niet tussen God en mensen, maar tussen God en God, tussen de Heere en Davids Heere, die ook onze Heere is, de Heere Jezus Christus, voor Wie de Godsspraak geldt: Zet u aan mijn rechterhand, | Want zo begint David de Psalm: De Heere heeft tot mijn Heere gesproken. Letterlijk staat er: Godsspraak van de Heere tot mijn Heere. Het is het begin, waarin David het Koningschap van zijn Heere eenvoudig van boven laat zijn uit God, Wiens wil wet en Wiens woord alles beslissend is. Mensen komen hieraan niet te pas en vlees en bloed veranderen hier niets. Het betreft hier anders gezegd een koningschap dat vast en bondig is gemaakt op hoogheilig niveau, niet maar tussen mensen en mensen, zelfs niet tussen God en mensen, maar tussen God en God, tussen de Heere en Davids Heere, die ook onze Heere is, de Heere Jezus Christus, voor Wie de Godsspraak geldt: Zet u aan mijn rechterhand, | ||
En de nodiging om zich te zetten aan Gods rechterhand, | En de nodiging om zich te zetten aan Gods rechterhand, | ||
- | Zo nu regeert Christus vanuit het hemelse Sion, totdat Hij zijn voet heeft gezet op de nek zijner vijanden en volkomen over hen heeft gezegevierd. De laatste vijand die onttroond wordt, is de dood, zegt Paulus in 1 Cor. 15, waar de apostel onze Psalm aanhaalt. De overwinning is dus zeker voor Christus. Die kan niet missen krachtens de Godsspraak tot Hem. Maar dat betekent niet, dat er geen strijd meer geleverd behoeft te worden. Zijn vijanden hebben de wapens nog niet neergelegd en zij zullen dat ook allerminst vrijwillig doen. Dat moet hun nog afgedwongen worden. Daartoe krijgt Christus dan ook de ruimte, de macht en de opdracht, zoals David in vers 2 zegt: de Heere strekt van Sion uw machtige scepter uit: Heers te midden van uw vijanden. Dat betekent: Laat uw macht gelden. Pak uw vijanden aan en leg ze uw wil op; laat ze niet de ruimte, maar bewijs u hun meerdere en onderwerp ze aan u. En dat doet Christus door de scepter zijner sterkte, die Hij vanuit Sion, de plaats zijner residentie, uitstrekt. Het is de scepter van zijn koninklijke macht. Dat wil zeggen de scepter van zijn koninklijke Woord en zijn Heilige Geest. Zijn koninkrijk is niet van beneden, het komt niet door aardse middelen. Het is een geestelijk rijk, dat neerdaalt van boven en dat geregeerd wordt door geestelijke middelen, door de instrumenten van Woord en Geest. Zo onderhoudt Christus zijn volk en overwint Hij al zijn vijanden.\\ | + | Zo nu regeert Christus vanuit het hemelse Sion, totdat Hij zijn voet heeft gezet op de nek zijner vijanden en volkomen over hen heeft gezegevierd. De laatste vijand die onttroond wordt, is de dood, zegt Paulus in 1 Korintiërs |
En dan behoort ook dit tot de heerlijkheid van Davids Heere dat Hij een volk heeft, dat Hem gewillig dient en van harte volgt in de strijd. Daarop loopt het eerste gedeelte van de Psalm uit: Uw volk is één en al gewilligheid ten dage van uw heerban. Geen volk dus dat verstek laat gaan en zich afzijdig houdt, maar dat zich betrokken betoont met hart en ziel bij de strijd des Konings ten dage van zijn heerban. En de dag van de heerban is de dag, waarop de gezamenlijke dienstplichtigen worden opgeroepen tot de krijgsdienst. Het is de dag, waarop het volk wordt gemonsterd en ten strijde uittrekt. Een volk dat één en al gewilligheid is op de dag van Christus’ heerban, dat betekent dus een volk dat zich van harte door Hem laat mobiliseren en onder de wapens roepen: het betekent een volk dat bereid is in Christus’ dienst te strijden en voor zijn zaak de nodige offers te brengen. Als het moet zelfs het offer van hun leven, om het van Hem terug te ontvangen. En dat moet metterdaad. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Christus’ wil, die zal het vinden.\\ | En dan behoort ook dit tot de heerlijkheid van Davids Heere dat Hij een volk heeft, dat Hem gewillig dient en van harte volgt in de strijd. Daarop loopt het eerste gedeelte van de Psalm uit: Uw volk is één en al gewilligheid ten dage van uw heerban. Geen volk dus dat verstek laat gaan en zich afzijdig houdt, maar dat zich betrokken betoont met hart en ziel bij de strijd des Konings ten dage van zijn heerban. En de dag van de heerban is de dag, waarop de gezamenlijke dienstplichtigen worden opgeroepen tot de krijgsdienst. Het is de dag, waarop het volk wordt gemonsterd en ten strijde uittrekt. Een volk dat één en al gewilligheid is op de dag van Christus’ heerban, dat betekent dus een volk dat zich van harte door Hem laat mobiliseren en onder de wapens roepen: het betekent een volk dat bereid is in Christus’ dienst te strijden en voor zijn zaak de nodige offers te brengen. Als het moet zelfs het offer van hun leven, om het van Hem terug te ontvangen. En dat moet metterdaad. Want wie zijn leven wil behouden, die zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Christus’ wil, die zal het vinden.\\ | ||
Ja, één en al gewilligheid. Geen leger dus van soldaten tegen wil en dank, door geweld gedwongen of met de knoet geranseld. Ook geen leger van huursoldaten, | Ja, één en al gewilligheid. Geen leger dus van soldaten tegen wil en dank, door geweld gedwongen of met de knoet geranseld. Ook geen leger van huursoldaten, | ||
En dat is een geestelijke strijd, die niet is tegen vlees en bloed, maar tegen de duivel en zijn rijk, tegen deze aartsleugenaar van den beginne, de overste van deze wereld. Het is daarom tegelijk de strijd tegen de wereld, tegen de wereld van het ongeloof en de ongehoorzaamheid, | En dat is een geestelijke strijd, die niet is tegen vlees en bloed, maar tegen de duivel en zijn rijk, tegen deze aartsleugenaar van den beginne, de overste van deze wereld. Het is daarom tegelijk de strijd tegen de wereld, tegen de wereld van het ongeloof en de ongehoorzaamheid, | ||
- | En van onszelf staan wij zwak. Ook ons hart is van nature boos en verdorven. Maar Christus staat sterk. God doet Hem heersten | + | En van onszelf staan wij zwak. Ook ons hart is van nature boos en verdorven. Maar Christus staat sterk. God doet Hem heersen |
Waarbij wij zullen bedenken, dat deze gewilligheid niet uit onszelf voortkomt en dat zij geen eigen prestatie is noch ook een kwestie van menselijke deugden en eigenschappen. Hier is de gewilligheid, | Waarbij wij zullen bedenken, dat deze gewilligheid niet uit onszelf voortkomt en dat zij geen eigen prestatie is noch ook een kwestie van menselijke deugden en eigenschappen. Hier is de gewilligheid, | ||
En dan staan middenin vers 3 de woorden //in heilige feestdos//. Sommigen nemen deze woorden bij het eerste gedeelte van het vers, zoals in de Statenvertaling gebeurt, anderen bij wat nog volg in dit vers. Zo de nieuwe vertaling. Doch hoe we hier ook verbinden, vast staat in elk geval de heilige feestdos, waarmee Christus’ strijders op het appèl verschijnen. Zij komen niet in arme en schamele kledij, ook niet in werkplunje, maar in schitterende feestgewaden. Dit uiteraard ter ere van hun God en Koning, passend bij zijn heerlijkheid en heiligheid.\\ | En dan staan middenin vers 3 de woorden //in heilige feestdos//. Sommigen nemen deze woorden bij het eerste gedeelte van het vers, zoals in de Statenvertaling gebeurt, anderen bij wat nog volg in dit vers. Zo de nieuwe vertaling. Doch hoe we hier ook verbinden, vast staat in elk geval de heilige feestdos, waarmee Christus’ strijders op het appèl verschijnen. Zij komen niet in arme en schamele kledij, ook niet in werkplunje, maar in schitterende feestgewaden. Dit uiteraard ter ere van hun God en Koning, passend bij zijn heerlijkheid en heiligheid.\\ | ||
- | Buigt u voor de Heere neer //in heilige feestdos,// zo gebiedt de Heilige Geest in de Psalmen 29 en 96. En zo verschijnen de jonge, strijdbare mannen hier op het appèl. Zeg maar in heilig, priesterlijk ornaat. Het is het ornaat, waarin we ook de Levitische zangers voorop zien gaan in de strijd van koning Josafat tegen de Moabieten en Ammonieten, een strijd waarin hem de overwinning was toegezegd. We lezen dan dat Josafat mannen opstelde die de Heere een lied zongen en Hem loofden //in heilige feestdos//, terwijl zij voor de gewapenden uittrokken en zeiden: Looft de Heere, want zijn goedetierenheid | + | Buigt u voor de Heere neer //in heilige feestdos,// zo gebiedt de Heilige Geest in de Psalmen 29 en 96. En zo verschijnen de jonge, strijdbare mannen hier op het appèl. Zeg maar in heilig, priesterlijk ornaat. Het is het ornaat, waarin we ook de Levitische zangers voorop zien gaan in de strijd van koning Josafat tegen de Moabieten en Ammonieten, een strijd waarin hem de overwinning was toegezegd. We lezen dan dat Josafat mannen opstelde die de Heere een lied zongen en Hem loofden //in heilige feestdos//, terwijl zij voor de gewapenden uittrokken en zeiden: Looft de Heere, want zijn goedertierenheid |
Waarbij het in onze Psalm maar niet slechts een aantal Levitische priesters betreft, maar al het krijgsvolk dat zo getooid gaat. In heilig krijgssieraad, | Waarbij het in onze Psalm maar niet slechts een aantal Levitische priesters betreft, maar al het krijgsvolk dat zo getooid gaat. In heilig krijgssieraad, | ||
- | De kanttekening spreekt hier van heiligheid des levens en allerlei christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. En op dit laatste moeten we goed letten. Want heiligheid des levens en andere christelijke deugden hebben we in onszelf niet. Hier helpt ons alleen het sieraad van het geloof, dat ons met Christus verbindt en dat ons doet delen in zijn gerechtigheid en heiligheid.\\ | + | De kanttekening spreekt hier van heiligheid des levens en allerlei christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. En op dit laatste moeten we goed letten. Want heiligheid des levens en andere christelijke deugden hebben we in onszelf niet. Hier helpt ons alleen het sieraad van het geloof, dat ons met Christus verbindt en dat ons doet delen in Zijn gerechtigheid en heiligheid.\\ |
En zo zijn daar ook allerlei christelijke deugden. Het zijn de vruchten van het geloof, de vruchten van de Geest van God, zoals verharding, geduld, lijdzaamheid, | En zo zijn daar ook allerlei christelijke deugden. Het zijn de vruchten van het geloof, de vruchten van de Geest van God, zoals verharding, geduld, lijdzaamheid, | ||
Zo gaan wij gekleed in heilige feestdos en wandelen wij de Heere waardig, bruikbaar en inzetbaar in de strijd, die niet van ons is, maar van de Heere. Een koninklijk priesterschap, | Zo gaan wij gekleed in heilige feestdos en wandelen wij de Heere waardig, bruikbaar en inzetbaar in de strijd, die niet van ons is, maar van de Heere. Een koninklijk priesterschap, |