Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
Beide kanten vorige revisieVorige revisie | |||
overdenkingen:1989.2001_uit-de-schrift_overdenkingen-uit-kerkblad-clavis:19_psalm-110_3_2000-07 [13-07-2024 om 13.21 uur] – ds. J.H. Zwart | overdenkingen:1989.2001_uit-de-schrift_overdenkingen-uit-kerkblad-clavis:19_psalm-110_3_2000-07 [13-07-2024 om 19.34 uur] (huidige) – ds. J.H. Zwart | ||
---|---|---|---|
Regel 13: | Regel 13: | ||
Ja, één en al gewilligheid. Geen leger dus van soldaten tegen wil en dank, door geweld gedwongen of met de knoet geranseld. Ook geen leger van huursoldaten, | Ja, één en al gewilligheid. Geen leger dus van soldaten tegen wil en dank, door geweld gedwongen of met de knoet geranseld. Ook geen leger van huursoldaten, | ||
En dat is een geestelijke strijd, die niet is tegen vlees en bloed, maar tegen de duivel en zijn rijk, tegen deze aartsleugenaar van den beginne, de overste van deze wereld. Het is daarom tegelijk de strijd tegen de wereld, tegen de wereld van het ongeloof en de ongehoorzaamheid, | En dat is een geestelijke strijd, die niet is tegen vlees en bloed, maar tegen de duivel en zijn rijk, tegen deze aartsleugenaar van den beginne, de overste van deze wereld. Het is daarom tegelijk de strijd tegen de wereld, tegen de wereld van het ongeloof en de ongehoorzaamheid, | ||
- | En van onszelf staan wij zwak. Ook ons hart is van nature boos en verdorven. Maar Christus staat sterk. God doet Hem heersten | + | En van onszelf staan wij zwak. Ook ons hart is van nature boos en verdorven. Maar Christus staat sterk. God doet Hem heersen |
Waarbij wij zullen bedenken, dat deze gewilligheid niet uit onszelf voortkomt en dat zij geen eigen prestatie is noch ook een kwestie van menselijke deugden en eigenschappen. Hier is de gewilligheid, | Waarbij wij zullen bedenken, dat deze gewilligheid niet uit onszelf voortkomt en dat zij geen eigen prestatie is noch ook een kwestie van menselijke deugden en eigenschappen. Hier is de gewilligheid, | ||
En dan staan middenin vers 3 de woorden //in heilige feestdos//. Sommigen nemen deze woorden bij het eerste gedeelte van het vers, zoals in de Statenvertaling gebeurt, anderen bij wat nog volg in dit vers. Zo de nieuwe vertaling. Doch hoe we hier ook verbinden, vast staat in elk geval de heilige feestdos, waarmee Christus’ strijders op het appèl verschijnen. Zij komen niet in arme en schamele kledij, ook niet in werkplunje, maar in schitterende feestgewaden. Dit uiteraard ter ere van hun God en Koning, passend bij zijn heerlijkheid en heiligheid.\\ | En dan staan middenin vers 3 de woorden //in heilige feestdos//. Sommigen nemen deze woorden bij het eerste gedeelte van het vers, zoals in de Statenvertaling gebeurt, anderen bij wat nog volg in dit vers. Zo de nieuwe vertaling. Doch hoe we hier ook verbinden, vast staat in elk geval de heilige feestdos, waarmee Christus’ strijders op het appèl verschijnen. Zij komen niet in arme en schamele kledij, ook niet in werkplunje, maar in schitterende feestgewaden. Dit uiteraard ter ere van hun God en Koning, passend bij zijn heerlijkheid en heiligheid.\\ | ||
Buigt u voor de Heere neer //in heilige feestdos,// zo gebiedt de Heilige Geest in de Psalmen 29 en 96. En zo verschijnen de jonge, strijdbare mannen hier op het appèl. Zeg maar in heilig, priesterlijk ornaat. Het is het ornaat, waarin we ook de Levitische zangers voorop zien gaan in de strijd van koning Josafat tegen de Moabieten en Ammonieten, een strijd waarin hem de overwinning was toegezegd. We lezen dan dat Josafat mannen opstelde die de Heere een lied zongen en Hem loofden //in heilige feestdos//, terwijl zij voor de gewapenden uittrokken en zeiden: Looft de Heere, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid (2 Kronieken 20:21).\\ | Buigt u voor de Heere neer //in heilige feestdos,// zo gebiedt de Heilige Geest in de Psalmen 29 en 96. En zo verschijnen de jonge, strijdbare mannen hier op het appèl. Zeg maar in heilig, priesterlijk ornaat. Het is het ornaat, waarin we ook de Levitische zangers voorop zien gaan in de strijd van koning Josafat tegen de Moabieten en Ammonieten, een strijd waarin hem de overwinning was toegezegd. We lezen dan dat Josafat mannen opstelde die de Heere een lied zongen en Hem loofden //in heilige feestdos//, terwijl zij voor de gewapenden uittrokken en zeiden: Looft de Heere, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid (2 Kronieken 20:21).\\ | ||
Waarbij het in onze Psalm maar niet slechts een aantal Levitische priesters betreft, maar al het krijgsvolk dat zo getooid gaat. In heilig krijgssieraad, | Waarbij het in onze Psalm maar niet slechts een aantal Levitische priesters betreft, maar al het krijgsvolk dat zo getooid gaat. In heilig krijgssieraad, | ||
- | De kanttekening spreekt hier van heiligheid des levens en allerlei christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. En op dit laatste moeten we goed letten. Want heiligheid des levens en andere christelijke deugden hebben we in onszelf niet. Hier helpt ons alleen het sieraad van het geloof, dat ons met Christus verbindt en dat ons doet delen in zijn gerechtigheid en heiligheid.\\ | + | De kanttekening spreekt hier van heiligheid des levens en allerlei christelijke deugden, die uit het geloof voortkomen. En op dit laatste moeten we goed letten. Want heiligheid des levens en andere christelijke deugden hebben we in onszelf niet. Hier helpt ons alleen het sieraad van het geloof, dat ons met Christus verbindt en dat ons doet delen in Zijn gerechtigheid en heiligheid.\\ |
En zo zijn daar ook allerlei christelijke deugden. Het zijn de vruchten van het geloof, de vruchten van de Geest van God, zoals verharding, geduld, lijdzaamheid, | En zo zijn daar ook allerlei christelijke deugden. Het zijn de vruchten van het geloof, de vruchten van de Geest van God, zoals verharding, geduld, lijdzaamheid, | ||
Zo gaan wij gekleed in heilige feestdos en wandelen wij de Heere waardig, bruikbaar en inzetbaar in de strijd, die niet van ons is, maar van de Heere. Een koninklijk priesterschap, | Zo gaan wij gekleed in heilige feestdos en wandelen wij de Heere waardig, bruikbaar en inzetbaar in de strijd, die niet van ons is, maar van de Heere. Een koninklijk priesterschap, |