Ds. J. Hoorn

verzamelde werken


Zijbalk

preken:catechismus:zondag-49:1975

Dit is een oude revisie van het document!


Preek over Zondag 49 (1975)

Gehouden te:Grootegast (24 augustus 1975)
Twijzel (14 maart 1976)
Tekst:Zondag 49124 Welke is de derde bede?
“Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde”. Dat is: Geef dat wij en alle mensen onzen eigen wil verzaken, en Uw wil, die alleen goed is, zonder enig tegenspreken gehoorzaam zijn; opdat alzo een iegelijk zijn ambt en beroep zo gewilliglijk en getrouwelijk moge bedienen en uitvoeren, als de engelen in den hemel doen.
van de Heidelbergse Catechismus
Lezen:Matteüs 16:21-2821 Van toen aan begon Jezus Christus zijn discipelen te tonen, dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en ten derden dage opgewekt worden. 22 En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen, zeggende: Dat verhoede God, Here, dat zal U geenszins overkomen! 23 Doch Hij keerde Zich om en zeide tot Petrus: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen. 24 Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. 25 Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. 26 Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? 27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. 28 Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen onder degenen, die hier staan, die de dood voorzeker niet zullen smaken, voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in zijn koninklijke waardigheid.
Zingen:Psalm 139:1,141 Niets is, o Oppermajesteit,
Bedekt voor Uw alwetendheid.
Gij kent mij; Gij doorgrondt mijn daân;
Gij weet mijn zitten en mijn staan;
Wat ik beraad', of wil betrachten,
Gij kent van verre mijn gedachten.

14 Doorgrond m', en ken mijn hart, o HEER;
Is 't geen ik denk niet tot Uw eer?
Beproef m', en zie, of mijn gemoed
Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed';
En doe mij toch met vaste schreden
Den weg ter zaligheid betreden.

Psalm 86:66 Leer mij naar Uw wil te hand'len,
'k Zal dan in Uw waarheid wand'len;
Neig mijn hart, en voeg het saâm
Tot de vrees van Uwen naam.
HEER, mijn God, ik zal U loven,
Heffen 't ganse hart naar boven;
'k Zal Uw naam en majesteit
Eren tot in eeuwigheid.

Psalm 119:6,7,17,37,636 'k Heb in mijn hart Uw rede weggelegd,
Opdat ik mij mocht wachten voor de zonden.
Gij zijt, o HEER, gezegend; leer Uw knecht
Door 't Godd'lijk woord, een helder licht bevonden,
En door Uw Geest, al d' eisen van Uw recht;
Zo wordt Uw eer nooit stout door mij geschonden.

7 'k Heb and'ren al de rechten van Uw mond
Met lust verteld, hen vlijtig onderwezen;
Uit al den schat van 't grote wereldrond
Is nooit de vreugd in mijn gemoed gerezen,
Die 'k steeds in Uw getuigenissen vond,
Door mij betracht, en and'ren aangeprezen.

17 Leer mij, o HEER, den weg, door U bepaald;
Dan zal ik dien ten einde toe bewaren;
Geef mij verstand, met Godd'lijk licht bestraald;
Dan zal mijn oog op Uwe wetten staren;
Dan houd ik die, hoe licht mijn ziel ook dwaalt;
Dan zal zich 't hart met mijne daden paren.

37 Uw hand heeft mij gemaakt en toebereid;
Ai, maak mij ook verstandig in Uw wetten;
Zo leer ik Uw geboôn en heiligheid.
Al wie U vreest, zal op mijn heilstaat letten,
Verheugd, dat ik, door Uwe hand geleid,
Niet vrucht'loos op uw woord mijn hoop mocht zetten.

63 Ik ben Uw knecht, geef mij dan recht verstand,
Zo zal ik Uw getuigenissen leren.
Nu is het tijd, dat 's HEEREN rechterhand
Haar kracht vertoon', in 't godd'loos kwaad te weren;
Men schendt Uw wet zo stout van allen kant;
Men schroomt niet meer Uw groten naam t' onteren.

Psalm 143:1010 Leer mij, o God van zaligheden,
Mijn leven in Uw dienst besteden;
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
Uw goede Geest bestier' mijn schreden,
En leid' mij in een effen land.

Gezang 5:44 Uw wil geschied', Uw wil alleen,
Als in den hemel, hier beneen;
Uw wil is altoos wijs en goed;
't Is majesteit, al wat Gij doet.
Dat ieder stil daarin berust';
En Uw bevelen doe met lust.


Paginahulpmiddelen